GAMES. Metro test de Nintendo Switch OLED

Vier en een half jaar na de Switch en twee jaar na de Switch Lite stelt Nintendo de Switch OLED aan de wereld voor. Loont de console ook de moeite? We zochten het voor je uit.

door
Thomas Wallemacq
Leestijd 4 min.

Sinds vorige vrijdag is de nieuwe Nintendo Switch OLED officieel verkrijgbaar. Enkele dagen eerder mochten we de console al eens uitproberen. En we zullen je geen rad voor de ogen draaien: afgezien van de sobere en elegante witte kleur lijkt het ding op het eerste gezicht weinig of geen baanbrekende nieuwigheden in huis te hebben.

Een kwestie van grootte

De belangrijke verandering bij de Switch OLED (prijskaartje 349 euro) is zijn scherm. Zoals je al uit de naam kunt afleiden, is hij uitgerust met een 7-inch OLED-display, ter vervanging van het 6,2-inch LCD-scherm. De beeldresolutie blijft dezelfde (720p) maar je kunt het verschil duidelijk zien met het blote oog. OLED staat garant voor betere contrasten en levendigere kleuren. Naast ‘Metroid Dread’spatten games als ‘Super Mario Odyssey’ en ‘Mario Kart 8 Deluxe’ nu nog meer van het scherm. Het nieuwe model zorgt voor extra visueel comfort in draagbare modus, met name omdat het scherm groter is. Op papier lijkt het verschil van 0,8 inch weinig voor te stellen, maar als je de console in handen hebt, kun je er niet naast kijken. Het scherm is een paar millimeter hoger en breder, en de grote zwarte banden errond zijn verdwenen. Die bijsturing heeft tevens een impact op het gewicht. De Switch OLED weegt 30 gram meer dan het klassieke model. Ook dat verschil lijkt misschien verwaarloosbaar, maar voor wie lang speelt in draagbare modus kan het een nadeel zijn.

Een andere nieuwe functie van de Switch OLED is dat je de console moet omdraaien. Het eerste model was achteraan uitgerust met een kleine uitschuifbare voet van minder dan 2 centimeter die de console ondersteunde als je er handheld op speelde. Bij de Switch OLED pakt Nintendo de zaken grootser aan, met een steun die langs de hele lengte van het scherm loopt en die je tot op de millimeter nauwkeurig kunt afstellen en aanpassen. Het resultaat is meer stabiliteit en ook meer comfort.

Welgekomen nieuwigheden

Tot slot heeft Nintendo het dockingstation van de Switch opnieuw onder handen genomen. Dat kun je nu aansluiten op de televisie. De nieuwe console is voorzien van een Ethernet-poort die voor een betere online speelervaring moet zorgen. Niet dat het er zoveel toe doet, maar met meer afgeronde randen en een nieuwe coating ziet het er ook mooier uit. Het witte dockingstation staat trouwens prachtig op een tv-meubel.

Je ontdekt de overige nieuwe functies van de Switch OLED als je de console inschakelt. Hij is uitgerust met andere luidsprekers die voor een betere geluidskwaliteit zorgen. Bovendien heeft Nintendo een van de voornaamste gebreken van de Switch (voor een stuk) aangepakt, want het nieuwe model krijgt 64 Gb interne opslagruimte mee, het dubbele van de 32 Gb waarmee je het in het verleden moest stellen. Dat valt nog altijd eerder licht uit, maar het volstaat op zijn minst om alle games uit de Nintendo Switch-catalogus te spelen zonder dat je de console moet versterken met een micro-SD-geheugenkaart.

Daarnaast is de Switch OLED compatibel met alle games en accessoires van de klassieke Switch. De dockingstations zijn zelfs uitwisselbaar, en dat is bijzonder praktisch. Hetzelfde geldt voor de Joy-Cons, al is dat op zich niet meteen geweldig goed nieuws als je weet dat de vermaarde ‘Joy-Con drift’ de grote zwakke plek van de Switch is. Hout vasthouden dat het probleem met de afneembare controllers intussen is opgelost, want als Nintendo alles bij het oude heeft gelaten, bestaat de kans dat gamers binnen enkele jaren — of zelfs enkele maanden — weer moeten afrekenen met joysticks die uit zichzelf een andere richting kiezen dan de bedoeling is.

Ons verdict

De Nintendo Switch OLED is geen nieuwe console, maar een verbetering van de bestaande Switch. Op papier zijn de nieuwe functies en kenmerken niet bijzonder indrukwekkend, maar eenmaal je de console in handen hebt, merk je het verschil wel degelijk. Het nieuwe OLED-scherm oogt prachtig en omdat het iets groter is, wordt het aangenamer om draagbaar te gamen. Als je van plan was om een klassieke Switch te kopen, dan raden we je zonder aarzelen aan om 50 euro extra op te hoesten en meteen voor de Switch OLED te kiezen. En zelfs als je een Switch uit 2017 in huis hebt, is het de moeite waard om aan verandering te denken. De kwaliteit van het scherm, de betere batterijduur (tot 9 uur) en de grotere interne opslagcapaciteit zijn ontegensprekelijk sterke argumenten om het te overwegen. Als draagbaar gamen je echter niet interesseert en je enkel op je televisie speelt, kun je je portefeuille beter op zak houden. Dan heeft het geen zin om naar een Switch OLED over te stappen.

De Terugkeer van ‘Metroid’

De lancering van de Switch OLED gaat ook gepaard met de meest opvallende game die Nintendo aan het begin van dit schooljaar voorstelt: ‘Metroid Dread’ (beschikbaar op Switch, Switch Lite en Switch OLED). Het is meteen de grote comeback van Samus Aran, de intergalactische premiejager die gamers niet meer hadden gezien sinds haar verschijning op 3DS in 2017. ‘Metroid Dread’ vormt een prima uitstalraam voor de Switch OLED en zijn nieuwe (en grotere) scherm. De game bevat een hele resem oogverblindende in-game filmscènes in 3D en ook het geluidsdesign mag er wezen. In dit spel, dat in 2D zijwaarts scrolt, moet je zien weg te komen van een mysterieuze planeet die belaagd wordt door een mechanisch gevaar. ‘Metroid Dread’ is tegelijk old-school qua speelmechanisme en heel modern qua uitvoering. Zonder twijfel een voltreffer bij de fans van de ‘Metroid’-saga.