SOUNDCHECK. Duncan Laurence: «Ik voel een bewijsdrang tegenover mijn fans»

Op 18 mei 2019 won hij het Eurovisiesongfestival in Tel Aviv, op 21 mei 2021 verscheen de deluxeversie van zijn debuutalbum ‘Small Town Boy’, en daartussen was hij alomtegenwoordig op TikTok en andere sociale media: hemelbestormer Duncan Laurence leeft al twee jaar op de wolk waar hij landde na zijn raketvlucht richting sterrendom. Zijn nieuwe single ‘Stars’, die de twintiger op de voorbije editie van het Eurovisiesongfestival (virtueel) voorstelde, is de neerslag van die road to fame.

door
Quentin Soenens
Leestijd 6 min.

Dag Duncan. Waarover gaat ‘Stars’?

Duncan Laurence: «Ik heb het thuis geschreven met mijn verloofde, die lang in Los Angeles heeft gewoond. Zelf heb ik ook in LA gewoond. Het gaat over het wonen in die ‘city of dreams’, en je droom najagen. Het proberen om altijd een stapje beter te worden. Maar hoe hoger je klimt, hoe dieper je kan vallen. En bij het klimmen vraag je je ook steeds vaker af of het uitzicht alle moeite wel waard zal zijn. Want je moet offers maken: ik kon mijn familie in Nederland bijvoorbeeld niet zien. Dat gevoel van je dromen willen verwezenlijken en de struggles die daarbij komen kijken: dat is ‘Stars’. De keerzijde van de road to fame

Jouw road to fame begon met je winst op het Eurovisiesongfestival in 2019. Wat vond je van de winnaars dit jaar?

«Ik vond Måneskin een terechte winnaar: heel uniek en authentiek. Het is ruiger maar nog steeds puur: ik ben grote fan. Ze hebben overigens een supergrote fanbase, want ze snappen heel goed wat ze doen op sociale media. De act had zoveel eigenheid in zich. Het sprong eruit in die poel van inzendingen. Maar er waren er heel veel die goed waren: Frankrijk met Barbara Pravi was prachtig, Gjon’s Tears voor Zwitserland was ook prachtig. De top drie was uiteindelijk net zoals ik die voorspeld had.»

En wat vond je van de Nederlandse inzending? Jeangu Macrooy eindigde op een troosteloze 23ste plaats…

«Het liedje zelf was niet mijn smaak, maar ik vind de boodschap die hij verspreidde wél heel mooi. Ik denk dat hij de vinger aan de pols hield, met maatschappelijke thema’s als Black Lives Matter en alles wat er op dit moment eindelijk boven water komt. Ik bewonder hem daarvoor.»

De boodschap was goed, maar de verpakking iets minder?

«Het was gewoon niet mijn stijl, geen nummer dat ik zelf zou opzetten. Dan vind ik het heel lastig om daarover te oordelen.»

Het was kennelijk ook niet echt de stijl van jury en publiek…

«Dat denk ik ja, ik weet het niet. Ik heb de puntenuitreiking niet gezien, ik zat thuis op de bank met corona. Ik heb gezien wat ik wilde zien, en ben daarna lekker naar bed gegaan. (lacht) Ik was best wel ziek: kortademig, heel moe. Corona is echt niet te onderschatten.»

Jouw hitnummer ‘Arcade’, waarmee je het songfestival won, is inmiddels aan een tweede leven begonnen op TikTok. Twee jaar na datum staat ‘Arcade’ nog steeds in de hitlijsten en is het lied al meer dan één miljard keer gestreamd. Vertel ons: wat is het geheim achter die song?

«Ik zal je eerlijk zeggen: er is geen geheim. Het is gewoon een song die ik heb geschreven vanuit mijn hart, en ik hoop dat mensen dat kunnen waarderen. In een tijd waarin corona de overhand had en we in lockdown moesten, was iedereen op zoek naar een bepaalde connectie. Heel veel is dan via sociale media gegaan, en ik vind het te gek dat ‘Arcade’ één van de songs was die zo vaak is gedeeld tijdens de lockdown.»

«TikTok kreeg natuurlijk een boost door corona, maar dan nog hadden gebruikers eender welke song kunnen kiezen voor hun filmpjes. Er moet dan toch iets zijn dat ze richting ‘Arcade’ dreef, en dat vind ik heel bijzonder.»

Hoe fel is jouw leven veranderd sinds je winst op het songfestival?

«180 graden. Daarvoor was ik een slaapkamerartiest. Toen ik in 2014 deelnam aan ‘The Voice of Holland’ (waarin hij de halve finale bereikte, red.), was Ilse DeLange mijn coach. Nadien stuurde ik mijn eerste single ‘Arcade’ naar haar. Ze antwoordde met ‘Wacht eens even, hier heb je een platform voor nodig, want dit klinkt super’. Toen stelde ze het songfestival voor. Ik dacht dat dat niets ging worden, omdat we enkel Bekende Nederlanders als inzending kozen. Maar in 2019 maakte Nederland voor het eerst een uitzondering.»

Na je winst nam je populariteit een hoge vlucht. Je maakte je opwachting in de Amerikaanse talkshow ‘Today Show’, waarin je het onder andere over je jeugd had, toen je het mikpunt van pesterijen was op school. Voelt het succes dat je nu te beurt valt als een revanche op de pesters van vroeger?

«Nee. Ik ben niet zo bezig met de pesters an sich, wel met de gevolgen en wat het heeft opgeleverd. Want het heeft mij ook heel veel gebracht: ik ben sterker geworden en focus niet langer op het negatieve. Ik zou die pesters vandaag wel herkennen op straat, maar ik koester geen wrok. Ik hoop dat ze gelukkig zijn en niet meer pesten, want als je gelukkig bent word je niet elke dag wakker met de intentie om te pesten.»

«Ik was al van jongs af bezig met: ‘Wie wil ik zijn? Wat wil ik vertellen?’ Ik heb me al op jonge leeftijd kunnen ‘branden’, mede omdat ik zoveel commentaar kreeg op wie ik was en hoe ik eruitzag. In eerste instantie wou ik dat allemaal veranderen, maar toen bedacht ik me. De nieuwe Duncan zou te saai zijn en niet langer origineel en authentiek.»

Heb je door dat gepest een soort bewijsdrang gekweekt?

«Nee, totaal niet. Ik heb een bewijsdrang gekweekt omdat ik ambities heb in het leven. Ik zocht en vond mijn heil in muziek. Muziek maken is mijn lust en leven. Ik wil die energie kunnen voelen, daarvoor doe ik het. In dat opzicht voel ik die bewijsdrang eerder tegenover mijn fans. Desondanks denk ik wel dat een vorm van bewijsdrang mij geholpen heeft om moed te putten en mij staande te houden tijdens die depressieve dagen.»

In Het Parool beschreef je hoe je vroeger na een slechte dag op school naar je slaapkamer vluchtte om muziek te maken. Welke raad zou je nu willen geven aan je vroegere zelf?

«Maak het jezelf iets minder lastig. Focus niet te veel op het negatieve, want dat negatieve duurt maar even. Soms kon ik me door de pesterijen heel erg in een slachtofferrol wentelen. Dan vergat ik wat belangrijk was. Ik keek in de spiegel en wou alles aan mezelf veranderen. Ik dacht zelfs dat ik anders moest praten. Tot ik naar artiesten begon te luisteren die ook een bewogen parcours hadden afgelegd, vol persoonlijke beslommeringen, om nu te zijn wie ze zijn.»

De keuze om een artiestenbestaan te leiden vergt natuurlijk ook een portie lef: het is en blijft een sprong in het diepe.

«Goh lef… Ik deelde gewoon mijn passie voor muziek.» (glimlacht)

Denk je niet dat er heel veel tieners, zoals jij ooit, op hun slaapkamer muziek maken, maar niet naar buiten durven te treden met hun creaties?

«Zeker. Ik trad voor het eerst naar buiten met mijn muziek ter gelegenheid van een benefiet voor tsunamislachtoffers in Azië. Toen werd er geld opgehaald op mijn middelbare school. Ik werd gevraagd om op te treden. Het doel was zo belangrijk voor mij, dat ik mezelf dwong om mijn grenzen te verleggen. Ik had geen plankenkoorts – ik deed tenslotte toneel en musical – maar was wel bang voor de reacties van de pesters die in de zaal zaten. Ze applaudisseerden na afloop van mijn optreden. Ze veerden recht en zagen me voor het eerst als wie ik écht was. Sindsdien ging die knop om in mijn hoofd. De pesters bleven daarna wel pesten, maar ik tilde er niet meer zo zwaar aan.»

Quentin Soenens