Jan Leyers: "Soms heb ik het gevoel dat ik naakt op het podium sta"

Op het drie jaar geleden verschenen ‘Helder' liet Jan Leyers zich van zijn meest kwetsbare kant zien. Met de billen bloot weliswaar, want hij zong voor de eerste keer volledig in het Nederlands. En dat smaakt duidelijk naar meer...
door
Mare
Leestijd 5 min.

Songs als ‘Alles komt in orde', ‘Honger in de stad' of ‘Broeder' vonden hun weg naar de radio en een breed publiek. Thematisch laveerde Leyers tussen verhalende songs over ridders met rugpijn, de impact van nieuwe schoenen of de helende kracht van de troosteres der bedrukten. Met de nieuwe single ‘Je weet me te vinden' kondigt hij een nieuwe tournee aan langs de Vlaamse theaterzalen, geruggensteund door zijn vertrouwde ‘compagnons de route' Tom Vanstiphout, Marc Bonne, David Poltrock en Bart Delacourt.

«Ik heb nog nooit zoveel interviews gegeven als in de aanloop naar deze tournee, terwijl ik het gevoel heb dat ik iedere keer hetzelfde vertel. (lacht) Nee, serieus, ik ben bijzonder blij met de interesse. Het wordt een lange tour en ik kijk er geweldig naar uit. Mijn mede-muzikanten zorgen ook voor de spreekwoordelijke fauteuil waardoor ik me nergens zorgen over hoef te maken en me volledig kan laten gaan. Ze waren er vijftien jaar geleden ook al bij toen ik ‘Crash and Burn' en ‘Only Your Love Will Do' maakte. Het is een gedroomd gezelschap waarmee ik in alle vrijheid op avontuur kan gaan.»

Is deze tournee de voorbode van een nieuw album?

Jan Leyers: «Er komt een nieuwe plaat, maar ik wil me niet op een deadline vastpinnen. De songs zijn nog aan het groeien. Deze tournee is een stap in dat proces. Als we met de band een nieuw nummer onder handen nemen, gaat het vaak een heel onverwachte richting uit en wordt het iets totaal anders dan wat ik vooraf in mijn hoofd had zitten. Songschrijven blijft overigens iets waarbij ik nooit het gevoel heb dat ik het helemaal onder de knie heb. Een song borrelt in je op, maar waar hij uiteindelijk vandaan komt, weet je nooit echt.»

Tekstueel sta je door in het Nederlands te zingen met de billen bloot. Geeft dat niet een soort extra druk?

«Absoluut. Je komt met niets weg. Achter een Engelse tekst kan je je veel makkelijker verstoppen. In het Nederlands telt letterlijk ieder woord. Ik ben ook nog beter gaan beseffen hoezeer het de tekst is die de identiteit van een nummer uitmaakt. Helmut Lotti en Hugo Matthysen hebben een erg verschillend stemgeluid, maar hun teksten en de werelden die ze oproepen liggen nog veel verder uit elkaar.»

Door je Soulsister-verleden ben je gepokt en gemazeld in de muziekwereld. Welke verwachtingen had je toen je solo in het Nederlands debuteerde?

«Ik was doodsbenauwd, ik had het gevoel dat ik zonder kleren op het podium stond. In het begin speelde ik die liedjes ook helemaal alleen, gewoon met een gitaar achter een microfoon, een blauwe spot erop en verder niks in de handen. Precies zoals ik als vijftienjarige in de seventies ook begonnen ben. Heel primitief allemaal. Zo heb ik een jaar lang op zolders, huiskamers en in cafés gespeeld. Na een tijd kwam Tom Vanstiphout erbij als extra gitarist en nu dus een volledige band. Het is allemaal heel organisch gegroeid. Er zat geen welomschreven plan achter.»

Maar ‘Helder' zal wel bepaalde krijtlijnen hebben uitgeschreven, niet?

«Dat is zo, ik besefte dat er geen weg meer terug was. Ook mijn nieuwe nummers zijn in het Nederlands. Ik speel tijdens deze tournee nog wel een paar Engelstalige songs van mijn eerste soloplaten, omdat het met deze muzikanten te leuk is om dat te laten. Maar het worden geen greatest-hits-optredens zoals we die de afgelopen jaren met Soulsister hebben gespeeld. Daar kan ik net zo goed van genieten, maar het is een ander gegeven.»

Verbaast het je niet dat je dit nog steeds kan doen?

«I count my blessings, elke dag opnieuw. . Een van mijn dochters zoekt nu haar weg in de muziek en de verschillen met de tijd toen ik begon zijn enorm. In de jaren 70 was een opnamestudio een soort walhalla waar je nauwelijks binnen geraakte. Ik was al 28 toen ik voor het eerst een eigen single in mijn handen hield. Maar als je toen eenmaal een plaat had, werd je veel sneller opgepikt, net omdat het zo'n zeldzaamheid was. Vandaag neem je een plaat in je slaapkamer op, maar je bent een van de honderden die dat de afgelopen maand hebben gedaan en die allemaal airplay willen. De concurrentie is oneindig veel groter. En nog een verschil: je geraakte in die tijd heel moeilijk aan een platencontract, maar als dat lukte regelde de platenfirma verder alles. Als alles goed ging, tenminste. (lacht) Vandaag moet je niet alleen je muziek opnemen, ook het hele verdere proces, de promotie en alles wat daarbij komt kijken, moet je zelf in handen nemen. Het is zoals in alles: vroeger kon je voor je geldzaken terecht bij iemand achter een loket, vandaag doe je aan selfbanking. Maar goed, ik kon me niet voorstellen dat ik de nummers die ik toen maakte dertig jaar later nog altijd zou spelen.»

Stel je voor dat iemand nu een song schrijft en daar in 2048 nog mee kan toeren.

«Haast niet te vatten, toch? Had je me in 1986 verteld dat ik in 2018 nog zou toeren, ik zou je niet hebben geloofd. Maar het was wel mijn stille ambitie, natuurlijk.»

En zoals je zelf ooit zei in een interview: op tournee gaan is als een kruistocht...

«De ‘troepen' verzamelen, samen in een busje kruipen en een nieuwe stad gaan veroveren. Een tournee is de beschaafde versie van een strooptocht. Ik overwinter ook als een kluizenaar in mijn ‘burcht', en werk daar in alle rust aan mijn songs. Maar als het moment daar is, vertrek ik met volle goesting. (lachend) In die zin ben ik ook een soort seizoensarbeider. Ik kan me geen ander leven voorstellen dan dit. Ik ben nog niet klaar voor een oude dag op een golfterrein aan een Spaanse Costa.»

Dirk Fryns

Jan Leyers speelt op 04/10 in GC De Zandloper in Wemmel, op 05/10 in CC Muze in Heusden-Zolder. Meer speeldata zijn te vinden op janleyers.be.