Fleddy Melculy: "Deze groep is de gezondste bezigheidstherapie"

Het is misschien een uit de hand gelopen grap, maar achter de façade van Fleddy Melculy schuilen sterke muzikanten die hun stoofpot van Vlaamse metal serveren met een stevige geut humor.
door
Mare
Leestijd 4 min.

Uit pure liefde voor metal en hardcore en een ongetemd verlangen om ongegeneerd te entertainen post Fleddy Melculy-frontman Jeroen Camerlynck begin januari 2016 de lyric video van ‘T-shirt van Metallica'. Wat volgde had hij waarschijnlijk afgeschilderd als pure fictie.

Jeroen: «Plots ging alles zeer snel. De klicks en likes stegen met een rotvaart en diezelfde zomer stonden we al op Pukkelpop, Graspop of Crammerock. We hadden nog maar net getekend bij Sony en ons debuut ‘Helgië' moest nog verschijnen in september. De radio was mild, de pers geïnteresseerd en al snel volgde er een clubtoer. Een jaar na de eerste geposte video speelden we in Groningen een showcase op Eurosonic. Daarna kregen we van de AB carte blanche om een eigen metalfestival op poten te zetten. Om dan nog te zwijgen van het voorprogramma van Guns N' Roses op TW Classic. Ik heb me meermaals in de ogen moeten wrijven om te checken of ik me niet plots in een ander universum bevond.»

Wat gaat er door je hoofd wanneer je merkt dat er maar liefst 8000 exemplaren van je debuut de deur uitgaan?

«Een mix tussen ongeloof en dankbaarheid. Metalfans zijn tactiele mensen die geen genoegen nemen met een download. Ik merk dat ook aan de bestellingen die ik binnenkrijg voor merchandising rond de band. Uit Engeland, Frankrijk, Duitsland, maar evengoed uit Amerika en zelfs Australië of Japan. Terwijl die mensen niet eens begrijpen waar we over zingen. Maar het bewijst wel dat we muzikaal goed zitten en mensen kunnen boeien.»

Was de keuze om in het Nederlands te zingen al meteen een uitgemaakte zaak?

«Absoluut. Het is veel eerlijker om in je moedertaal te zingen met het voordeel dat iedereen je verstaat. Vandaar ook de plannen om naar Zuid-Afrika af te zakken. Het Nederlands is de taal die ik beheers en vanuit een humoristisch perspectief was dat ook de enige optie. In het Engels zou ik veel te oppervlakkig blijven.»

En probeer maar eens de juiste humoristische toon te vinden in een taal die niet je moedertaal is.

«Dat was ook een reden om bij het Nederlands te blijven. Qua humor ben ik natuurlijk jarenlang verwend geweest. Ik heb jaren getoerd als frontman van De Fanfaar, de backingband van Urbanus. Dan ben je onderweg met de meester zelve. Als kind luisterde ik al naar de platen van Urbanus en die hebben me zeker beïnvloed door de jaren heen. Hij is mijn grammaticaboek wanneer het over humor gaat.»

Hoe heb je eigenlijk ontdekt dat je stem dit genre wel aankan?

«Ik was altijd gitarist in verschillende bandjes tot iemand een paar jaar geleden vroeg om eens te zingen. Dat ging me wonderwel af en ik ondervond ook geen last van wat ik deed. Al snel merkte ik dat ik best avonden na elkaar zo diep kon gaan zonder mijn stem te verliezen. Ik weet ondertussen zeer goed wat ik doe. Het is een kwestie van techniek.»

En dan is er nu de tweede, ‘De Kerk van Fleddy Melculy', een album dat een ongebreideld speelplezier etaleert.

«Dat is ook de reden waarom Fleddy Melculy' bestaat. Het is de meest gezonde ‘bezigheidstherapie' voor mij. Ik kan de twee dingen combineren die ik het liefste heb, namelijk metal en humor. Ook iemand als Franky DSVD van Channel Zero begrijpt dat. Kijk maar eens naar zijn rol van Satan in de video van ‘668'.»

Net als bij The Clement Peerens Explosition, het hardrock alterego van Hugo Matthysen, laat die combinatie het toe om je te verliezen in de clichés van het Grote Rockboek. Werkt dat niet enorm bevrijdend?

«Er bestaat geen betere manier om me uit te leven. Het mooie is dat je inderdaad al op voorhand ingedekt bent. Groepen die zichzelf veel te serieus nemen, rijden zich daarop vast. Aan de andere kant moet je wel kunnen spelen wanneer je dit op een podium brengt. Onder de pose en de knipoog tref je muzikanten aan die hun instrument kennen en beheersen. We waren er ons wel degelijk van bewust dat we met een vergrootglas op de rooster zouden gelegd worden. Op het technische aspect kunnen ze ons naar mijn bescheiden mening niet pakken. Zowel live als op plaat moeten we er staan. Ik vond het ook zeer belangrijk dat je ‘De kerk van Fleddy Melculy' zonder schaamterood naast een andere steengoede metalplaat kan leggen.»

Dirk Fryns

Fleddy Melculy speelt op 22/2 in het Depot in Leuven.