Studentenjobs moeten arbeidsmarkt spijzen

In de strijd tegen de nijpende tekorten op de arbeidsmarkt kijken Vlaams minister van Werk Hilde Crevits en VDAB ook in de richting van de studenten hoger onderwijs. Studenten kunnen zo niet alleen bedrijven uit de nood helpen, ze versterken ook hun latere kansen op de arbeidsmarkt. «Zo’n studentenjob zorgt uiteraard ook voor dat extra centje dat in elk studentenleven welkom is», merkt minister Crevits op.

door
Redactie
Leestijd 2 min.

Bij het begin van de coronacrisis heeft de Vlaamse regering samen met de sociale partners het actieplan «Alle hens aan dek» uitgetekend met daarin allerlei maatregelen om zo veel mogelijk mensen aan het werk te krijgen (en houden). Maar een mix van factoren, gaande van de vergrijzing tot de hardnekkige coronacrisis, maken dat de situatie op de arbeidsmarkt eerder ‘pompen of verzuipen’ geworden is.

Om de arbeidsmarkt boven water te houden, wil minister Crevits ook verder kijken dan de klassieke doelgroepen zoals werkzoekenden, niet-beroepsactieven en tijdelijk werklozen. Ook studenten kunnen helpen om de brand te blussen.

Studeren en werken

Volgens minister Crevits zijn er momenteel meer dan 270.000 studenten in het hoger onderwijs. «Zij geven op dit moment het beste van zichzelf om goede examenresultaten neer te zetten, maar binnenkort breekt er ook voor hen weer een welverdiende pauze aan, een pauze om even tot rust te komen ofom de handen uit de mouwen te steken in een van de sectoren die dringend op zoek zijn naar extra talent?»

Studenten kunnen op die manier niet alleen bedrijven uit de nood helpen, maar werken heeft ook voordelen voor de studenten zelf. «Want hoewel een diploma natuurlijk de belangrijkste troef blijft voor een succesvolle loopbaan, is een diploma gecombineerd met wat werkervaring pas echt een ware booster voor je carrière», zegt minister Crevits.

De CD&V-minister vraagt tegelijk aan haar federale collega’s om de drempels voor studentenwerk zo veel mogelijk weg te werken, zeker al voor het eerste kwartaal van 2022.