MOVIES. «‘Ghostbusters’ is pro-wetenschap en pro-intelligentie»

‘Ghostbusters’ is een familiebedrijf. In 1984 scoorde regisseur Ivan Reitman de grootste hit uit zijn carrière met een verhaal over een olijk team van geestenjagers. Vijf jaar later deed hij het nog eens dunnetjes over met ‘Ghostbusters II’. En nu is het de beurt aan zoon Jason Reitman (‘Juno’) om de serie rechtstreeks verder te zetten, deze keer met de volgende generatie(s) personages.

door
Ruben Nollet
Leestijd 4 min.

Je vorige films, van ‘Thank You for Smoking’ tot ‘Young Adult’, waren volwassen komedies en drama’s? Was het wennen om iets te maken voor de hele familie?

Jason Reitman: «Ik vind dat je ‘Thank You for Smoking’ ook aan een kind van drie mag tonen. (lacht) Nee, ik voelde geen verschil. ‘Ghostbusters: Afterlife’ is een verhaal over drie generaties in een familie, en dat ligt in de lijn van wat ik eerder heb gemaakt. Mijn coscenarist Gil Kenan en ik zijn ook opgegroeid met films zoals deze. Ik denk aan ‘E.T.’, ‘Back to the Future’ en ‘Goonies’. Als verteller hoefde ik me niet aan te passen. Ik heb wel veel moeten leren over werken met speciale effecten. Dat was allemaal nieuw voor mij.»

Een deel van het publiek zal de originele ‘Ghostbusters’ gezien hebben, maar een ander deel niet. Hoe hou je iedereen tevreden?

«Gil en ik hebben eerst een lijst opgesteld van alles wat wij tof vinden aan ‘Ghostbusters’, de dingen die we graag wilden zien in de nieuwe film. Maar we wisten dat we in de eerste plaats een nieuw verhaal wilden vertellen over een nieuwe familie meet een jong meisje Phoebe dat centraal staat. Dat personage hebben we geschreven voor onze eigen dochters. Zolang we dat nieuwe verhaal volgden, wisten we dat we tegelijk iets origineels konden maken en daar dan onze favoriete elementen uit de eerste ‘Ghostbusters’ doorheen weven.»

Is het een voordeel als de regisseur van die eerste film je eigen vader is? Welke goede raad wist hij jou te geven?

«Daar kan ik moeilijk een beknopt antwoord op geven. Mijn vader heeft elke versie van het script gelezen, hij heeft elke montage bekeken en hij was zowat elke dag op de set. Hij maakte echt een deel uit van het hele proces. Het was tegelijk een enorme uitdaging en een enorm genoegen om deze film te maken met de man die ‘Ghostbusters’ mee bedacht heeft, de grootste expert ter wereld. De goeie raad die hij me gaf, had altijd te maken met hoe je een verhaal moet vertellen. Daar hebben we altijd al over gepraat, zolang ik me kan herinneren.»

Je had zelf een klein rolletje in ‘Ghostbusters II’. Wat herinner je je van die tijd?

«Vooral het besef dat ik geen acteur ben. (lacht) Ik heb mooie herinneringen aan beide films. Bij de eerste ‘Ghostbusters’ weet ik nog dat ik in Manhattan was en zag hoe alles gemaakt werd, met de auto en de acteurs en het scheerschuim dat ze gebruikten in de plaats van marshmallow. Het was fantastisch. Het is een waanzinnige manier om op te groeien. Het is alsof je opgroeit in een sprookjeswereld. Mijn vader heeft me trouwens uit die eerste film geknipt, een shot waar mijn moeder, mijn zus en ik uit een gebouw rennen. Dus heb ik het originele negatief opgesnord en in de nieuwe ‘Ghostbusters’ gemonteerd. Dat was eigenlijk mijn voornaamste reden om de film te maken, zodat ik die historische blunder kon rechttrekken.» (lacht)

In de nieuwe film zegt het personage van Paul Rudd op een bepaald moment «Wetenschap is punk!» Vond je het belangrijk om dat mee te geven nu wetenschap meer dan ooit onder vuur lijkt te liggen?

«Een van de redenen waarom ik zo van ‘Ghostbusters’ hou, is dat de film pro-wetenschap en pro-intelligentie is. Je ziet niet vaak films waarin de helden wetenschappers of leerkrachten in de wetenschappen zijn. Gewoonlijk draait alles rond superhelden, of rond gewone mensen die kunnen vechten. In ‘Ghostbusters’ waren de helden paranormale wetenschappers die een vliegpak droegen en er niet uitzagen als traditionele superhelden. En ze waren buitenstaanders of zelfs verschoppelingen. Dat idee is de link tussen alle ‘Ghostbusters’-films, en het zit ook in ‘Ghostbusters: Afterlife’, via het personage van Phoebe.»

Review

Na de vrouwelijke (en enigszins verguisde) reboot van 2016 pikt de ‘Ghostbusters’-franchise zichzelf weer op met ‘Afterlife’. Deze keer gaat het om een sequel: na de dood van hun excentrieke opa verhuizen tieners Trevor en Phoebe met hun moeder Callie naar de bouwvallige boerderij die hun is nagelaten. Daar ontdekken ze niet alleen dat hun grootvader bij de originele spokenjagers hoorde, maar ook dat zijn werk nog lang niet af was. ‘Afterlife’ brengt bij momenten een openlijke ode aan de originele ‘Ghostbusters’ uit 1984. Meer nog, door de oorspronkelijke slechterik Gozer, de Marshmallow Man en zelfs aanzienlijke stukken plot te herkauwen rekent deze sequel nogal hard op nostalgie. Met zijn jonge hoofdpersonages is dit nog meer dan de voorgangers een heuse familiefilm – en dat zonder in te boeten aan rake humor voor alle leeftijden. Met name dankzij Paul Rudd in de rol van de lokale seismoloog-annex-leerkracht mogen we ‘Ghostbusters: Afterlife’ regelmatig verrassend – ahum – geestig noemen.

3/5