SOUNDCHECK. Merol: «In het echte leven ben ik een enorme schijterd»

Vanaf het moment dat Merol haar nummers op ons losliet, kon je niet meer om haar heen. ‘Hou je bek en bef me’, ‘Lekker met de meiden’ en ‘knaldrang’, stuk voor stuk hilarische nummers met een herkenbare toets. Op 'Troostprijs', haar debuutplaat, brengt Merol nog steeds haar kenmerkende humor, maar toont ze ook meer van zichzelf. «Met deze plaat praat ik mezelf ook moed in.»

door
Silke Vandenbroeck
Leestijd 5 min.

Dag Merol, waarom koos je ervoor om je plaat ‘Troostprijs’ te noemen?

Merol: «Ik vond het sowieso een mooi woord omdat het woord ‘troost’ erin zit. Ik wil dan ook dat mijn liedjes een beetje troost kunnen bieden. Ik merk dat ik heel erg verlang naar het ‘hoofdprijs’-moment. Het gevoel dat je als artiest ‘gearriveerd’ bent. Maar ik weet tegelijkertijd dat dat moment niet bestaat, omdat je constant de eindmeet verschuift. De wil om door te groeien is natuurlijk goed. Maar af en toe even stilstaan, om je heen kijken en op je eigen schouders kloppen, is wel heel belangrijk. Dat is de troostprijs. Kijk, de gebaande paden leiden niet altijd naar je doel. Soms moet je van het pad af.»

Vind je het gemakkelijk om van het gebaande pad te gaan?

«Ik vind het wel leuk om van het padje af te gaan. ( lacht) Het is niet gemakkelijk, maar het is wel spannend en avontuurlijk.»

Op ‘Troostprijs’ komen allerlei onderwerpen aan bod die heel herkenbaar zijn, in ieder geval voor mij. Zo zing je in ‘laatbloeier’ over voldoen aan verwachtingspatronen.

«Meestal wil ik maatschappelijke nummers maken of zingen over zaken die ik grappig vind. Maar omdat ‘Troostprijs’ mijn eerste album ging zijn, wilde ik iets persoonlijkere thema’s kiezen en het dus liever dichter bij mezelf zoeken. Ik werk momenteel aan mijn carrière, zoek uit hoe het leven van een volwassene in elkaar steekt en ervaar alle grotemensendingen die daarbij horen. Daarbij hebben anderen verwachtingen van je, maar ook jij van jezelf. Toch bleken de persoonlijke liedjes ook maatschappelijk te zijn. ‘Laatbloeier’ gaat bijvoorbeeld over de verziekte woningmarkt.»

Heb je zelf last van die verwachtingspatronen?

«Ik ben een héél slecht voorbeeld. Op deze plaat zing ik dan ook tegen mezelf: om mezelf moed in te spreken en me te ‘empoweren’. Ik ben sterker in mijn muziek dan in het echte leven. In het echte leven ben ik een enorme schijterd. Ik zou nooit de woorden ‘Hou je bek en bef me’ in de mond nemen, maar in mijn muziek durf ik dat wel. Op het podium of in mijn nummers durf ik gewoon de baas te zijn of stoerder te zijn. Met nummers zoals ‘ik was er al’ en ‘laatbloeier’ wil ik tegen iedereen zeggen, maar óók tegen mezelf: loop in je eigen tempo en bewandel je eigen pad. Je hoeft niet alles al gedaan te hebben, laat het los.»

Waarom voelde je de nood om een nummer zoals ‘pastel’ te maken? Ben je zelf in aanraking met seksisme gekomen?

«Ik heb ‘pastel’ geschreven omdat ik toch veel seksisme zie, in de hele wereld, maar ook in de muziekindustrie. Ook ik ervaar seksisme. Er werd tegen mij gezegd dat ik me niet zo moest uitspreken als feminist, want dat kon mensen afstoten. En waarom moest ik zo expliciet zijn? Je merkt gewoon dat, wanneer je een uitgesproken vrouw bent, je snel hysterisch wordt genoemd. Kwetsbaarheid wordt omarmd bij vrouwelijke muzikanten, maar als je grappig of stoer bent, ho maar. Mannen komen daar makkelijker mee weg. Dat bedoel ik ook met pastel: wees maar gewoon een lief popje en kwetsbaar. Maar ergens voor staan is óók kwetsbaar.»

Had je zulke reacties verwacht?

«In het begin van mijn carrière verwachtte ik niet zoveel. Bij elke reactie dacht ik gewoon: ‘Oh, de mensen vinden iets.’ Ik probeer daar nu bewust mee om te gaan, want wat je maakt kan impact hebben. Maar ik was juist heel onbevangen, en soms zou ik willen dat ik dat nog was. Alles wat over je gezegd of geschreven wordt, onthoud je gewoon, of je dat nu wil of niet. Maar ik kan wel goed met kritiek om. Als de kritiek seksistisch van aard is, moet ik wel tegen mezelf zeggen dat ik me daar niks moet van aantrekken. Maar ik vind het dus wel voer voor een liedje.» «Uiteindelijk gaat het om de fans, om het publiek. Zij moeten mijn muziek en mijn concerten leuk vinden. Verder maakt het me helemaal niets uit wat mensen van me vinden. Recensies lees ik wel en soms neem ik de kritiek ter harte en doe ik er iets mee. Maar ik probeer het wel te zien als de mening van één iemand. En soms is het een nuttige mening, soms niet. Het belangrijkste is dat de mensen die de show zien, blij naar huis gaan. De mensen die het album kopen, het tof vinden. En kijk, als er niemand over je schrijft, is dat ook niet goed. Dan ben je misschien wat te braaf of blijf je hangen in de middenmoot.»

Je bent heel gevat in het gebruik van spreektaal. Waarom heb je die keuze gemaakt?

«Ik vind het leuk om heel letterlijk en direct te zijn. Daar zit een zekere schoonheid in. Poëzie hoeft ook niet per definitie vaag en onbegrijpelijk te zijn, toch? Ik vind het fijn als ik iets schrijf, dat het duidelijk is en niet al te breed interpreteerbaar. (lacht) Ik heb wel eens geprobeerd een meer abstracte tekst te schrijven, maar toen bedacht ik mij: ‘Wat ben je nu aan het doen, dit ben jij helemaal niet’.» «Ik heb wel geprobeerd om me voor deze plaat muzikaal uit te dagen, om echt popnummers te maken en te kijken hoe ik in mijn taalgebruik kon groeien. Daarin moet ik wel bij mijn eigen kracht, en dus Merol blijven.»

Blijf dan inderdaad maar gewoon Merol. Wat me nog opviel aan deze plaat is dat er geen collabs op staan. Een bewuste keuze?

«Ik sta ervoor open, maar dan moet de samenwerking echt on point zijn. Wanneer je met iemand samenwerkt, moet het eindresultaat nog beter zijn dan wanneer je het in je eentje zou maken. En dat vind ik lastig: ik wil geen water bij de wijn doen. Ik wil geen muziek maken waar ik niet achtersta. Maar ik hou wel een lijstje op mijn telefoon bij van artiesten waar ik eens een collab mee wil doen.» «Er zijn heel veel artiesten die ik vet vind, maar ik ben zelf ook nog aan het groeien. Nu, als Angèle of Stromae belt, dan wil ik wel een uitzondering maken. Dan zeg ik onmiddellijk: ‘Prima, kom maar langs!’.» (lacht)

Merol speelt op 27 november in de Ancienne Belgique. ‘Troostprijs’ is uit bij Ammehoela Records / Universal Music.