Voor eerst sinds Koude Oorlog stagneert wereldwijde afname van kernwapens

De wereldwijde afname van het aantal kernwapens sinds het begin van de jaren negentig lijkt te stagneren. Dat meldt het Stockholm Instituut voor Internationaal Vredesonderzoek (Sipri) in een jaarlijks rapport. Er zouden volgens de onderzoekers zelfs signalen zijn van een toename.

door
Redactie Online
Leestijd 2 min.

«De afname van nucleaire wapenmagazijnen, waar we aan gewend zijn geraakt sinds het einde van de Koude Oorlog, lijkt te nivelleren», stelt onderzoeker Hans Kristensen van Sipri tegenover persbureau AFP.

De negen landen die nucleair bewapend zijn - de Verenigde Staten, Rusland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, China, India, Pakistan, Israël en Noord-Korea - hadden volgens een schatting van Sipri in totaal 13.080 kernwapens in hun bezit aan het begin van 2021. Dat zijn er iets minder dan een jaar eerder, toen het 13.400 kernwapens betrof.

Meer operationele kernwapens

Dit aantal is echter inclusief kernkoppen die niet meer worden gebruikt en ieder moment ontmanteld worden. Zonder deze kernkoppen zijn er in totaal 9.620 nucleaire wapens wereldwijd, tegenover 9.380 vorig jaar. Ondertussen nam het aantal kernwapens dat wordt ingezet door operationele troepen toe van 3.720 tot 3.825. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om wapens die op raketten gemonteerd zijn of die op actieve legerbases worden bewaard.

Volgens het rapport zijn de bewapende landen en andere landen bezig met «uitgebreide en dure nucleaire moderniseringsprogramma’s». Het belang dat de landen hechten aan de wapens voor hun militaire strategieën lijkt toe te nemen. Dit is onder meer te zien bij Rusland en de Verenigde Staten, die samen meer dan 90 procent van de kernwapens bezitten. Beide landen zetten aan het begin van 2021 ongeveer 50 procent meer kernkoppen «operationeel in» dan een jaar eerder.