SOUNDCHECK. Op zijn vierde langspeler bezingt Rhye het veilige thuisnest: "Laten we ons een weg door deze bange tijden dansen"

Rhye, podiumnaam van Mike Milosh, maakte in 2013 indruk met zijn sensuele debuutalbum ‘Woman'. Etherische pop, bestaande uit een kristallen falsetstem op een bedje van zachtzwoele r&b-vibes: de formule bedwelmde de internationale muziekscene, de lofzangen waren navenant. Acht jaar en drie albums later is ‘Woman' nog steeds zijn magnum opus, en die stem meer dan ooit zijn handelsmerk waar de songs rond opgebouwd zijn. De gemoedelijke Canadees loste vorige week zijn vierde langspeler: ‘Home'. Metro klopte bij Rhye aan voor tekst en uitleg. Via Zoom welteverstaan, vanuit ons eigen kot. Want nergens beter dan thuis, nietwaar.
door
quentin.soenens
Leestijd 2 min.

Dag Mike. Ik zal met de deur in huis vallen: wat is het verhaal achter ‘Home'?

Mike Milosh: «Je moet het album zien als het equivalent van een jaar aan dagboekaantekeningen. De plaat gaat in de eerste plaats over thuis, over vriendschappen koesteren en relaties met anderen verdiepen. Want een huis is meer dan alleen maar een verzameling muren en een dak. Het fundament van een goede thuis zijn de relaties die je hebt met anderen: hoe je die opbouwt en koestert. Daar gaat de plaat in wezen over.»

Hoe kijk je naar je eigen thuis?

«‘Thuis' is voor mij een plek waar je creatief kan zijn. Waar ik nu woon in Los Angeles is een heel speciale omgeving. Ons huis staat op de top van een berg. Ik heb er ook een opnamestudio gebouwd. Het leeuwendeel van de plaat heb ik in mijn eigen huis opgenomen.»

Na de release van je debuutalbum ‘Woman' hield je er een nomadische levensstijl op na, om uiteindelijk in Los Angeles te settelen. Heb je nu je echte thuisnest en geluk gevonden?

«Ik ben vast en zeker een gelukkig mens. (lacht) Wat er ook gebeurt, ik blijf optimistisch. Of dit mijn echte thuis is? (denkt na) Laat ik het zo formuleren: dit huis is voor eeuwig van mij. Maar ik hou van reizen en er zijn ook andere plaatsen op de wereld die ik als ‘thuis' beschouw. In mijn geboorteland Canada wil ik bijvoorbeeld een huis dicht bij mijn ouders hebben. Ik ben dus niet zo honkvast.»

«Ik wou eigenlijk eerst weg uit Los Angeles, tot ik Geneviève (zijn huidige partner, nvdr.) ontmoette. Toen besloot ik om langer te blijven. Los Angeles is werkelijk een creatieve broedplaats. Het is hier goed toeven, al is het wel moeilijk om mensen te vinden met wie je vrienden wil worden, omdat het zo'n enorme stad is.»

Wat zijn jouw inspiratiebronnen als je muziek maakt?

«Alles is intuïtie bij mij. Daarnaast laat ik me uiteraard inspireren door allerlei muziek. Ik heb een brede muzieksmaak: ik hou van zowel klassieke muziek als r&b, funk, hiphop, classic rock en psychedelische rock.»



Foto Emma Marie Jenkinson

Waarin verschilt ‘Home' het meest van je vorige albums?

«Overduidelijk het koor. Ik ben dol op koormuziek. Toen ik jonger was, was ik zelf koorzanger. Ik ben toen ook veel aan koormuziek blootgesteld. In die context heb ik als tienjarige mijn stem verkend en leren zingen. Later kreeg ik de kans om een concert te doen met dit koor (het Deens nationaal meisjeskoor, nvdr.), en hoe zij zongen was zo goddelijk. Tijdens ons optreden bleef ik maar denken: ‘Ik moet met hen iets opnemen.'»

In een interview met RTL Today liet je je ontvallen dat je de «antithese van de 'plug-in and go'-wijze van muziek maken» bent. Wat bedoel je daarmee?

«Ik hou van de pure manier van muziek maken. Het maakproces moet voor mij zo organisch mogelijk verlopen. Ik gebruik bijvoorbeeld geen samples of softwaresynthesizers. De zanglijnen worden niet bewerkt met digitale effecten – enkel de galm voeg ik achteraf toe. Als ik niet tevreden ben met een bepaalde opname, probeer ik dat niet te compenseren door aan die opname te morrelen met software. Nee, dan speel ik dat stuk gewoon opnieuw in.»

Heb je dan zo'n afkeer van computers?

«Ja, hoewel ik eerder in mijn carrière veel met computers bezig was. Tot ik besefte dat je nooit die extra dimensie, dat kippenvel, zal bekomen als je met softwaresynthesizers werkt. Software verveelde me op den duur. Het gevoel dat de klank van analoge instrumenten bij mij opwekt is veel intenser. Bovendien heeft je instrumenten zelf bespelen iets magisch. Die instrumenten opnemen heeft ook iets intiems: je hoort de pedalen van de piano op de opname. En het geluid van die strijkers en live-drums… Het voelt gewoon beter.»



Vind je dat de mainstreammuziek van vandaag aan een digitale detox toe is?

«Wat andere artiesten met computers doen, daar heb ik niets op tegen. Dit is gewoon hoe ik zelf muziek wil maken. Ik spreek geen waardeoordeel uit, het is iets persoonlijks.»

De song ‘Black Rain' verwijst deels naar de grote bosbranden die Californië jaar na jaar teisteren. Wat is jouw ervaring met die natuurramp zo dicht bij huis?

«Die bosbranden waren heel akelig. Ik herinner me dat we in de regio van Big Sur moesten optreden, en dat we zuurstofmaskers moesten dragen tegen de dikke rook. Ik heb de vuurhaarden ook met mijn eigen ogen gezien. De vlammen waren tot vlakbij ons huis genaderd. Ik zag hoe de as uit de lucht viel en onze oprit bedekte. We hebben drie keer de hulpdiensten moeten bellen. Heel beangstigend.»

«Tegelijk predikt ‘Black Rain' ook optimisme, vooral de clip dan (waarin acteur Aaron Taylor-Johnson vier minuten lang als een waanzinnige staat te dansen, nvdr.). Daarin schuilt een boodschap van hoop en volharding: we leven in bange tijden, maar laten we doorzetten. Laten we er ons een weg doorheen dansen.»

Quentin Soenens