Hervorming auteursrecht neemt belangrijke horde in Europees Parlement

door
Belga
Leestijd 2 min.

In het Europees Parlement heeft de commissie Juridische Zaken de hervorming van het auteursrecht goedgekeurd. Over de aanpassing van dat Europees auteursrecht aan het digitale tijdperk bereikten de onderhandelaars van het parlement en de lidstaten eerder deze maand een politiek akkoord. Dat de bevoegde commissie het licht op groen zet, is een belangrijke stap in de richting van de definitieve goedkeuring. De nieuwe auteursrechtenrichtlijn moet enkele belangrijke angels halen uit het gebruik van online media en platformen als Google, Facebook en YouTube. Nieuwsmedia klagen dat ze te weinig betaald worden voor het gebruik van hun artikels op internet en dat ze veel advertentie-inkomsten mislopen, muzikanten en andere artiesten krijgen soms helemaal geen vergoeding voor het gebruik van hun werk.

Het akkoord dat op 13 februari werd gesloten, is vandaag goedgekeurd door de bevoegde commissie Juridische Zaken door een meerderheid van 16 parlementsleden tegen 9. Het dossier verhuist nu naar de plenaire vergadering, die wellicht tijdens de week van 25 maart zal stemmen. Wegens de controversiële aard van de hervorming is die stemming meer dan een formaliteit. Een goedkeuring van het politieke akkoord is waarschijnlijk, maar niet zeker.

De Europese lidstaten gaven vorige week al hun fiat. België en Slovenië onthielden zich, vijf andere EU-landen stemden tegen, maar zij waren met te weinig om een blokkeringsminderheid te vormen.

Een belangrijk onderdeel van de hervorming is de invoering van een 'naburig recht' dat een vergoeding in het leven roept voor media waarvan artikels worden gedeeld (artikel 11). Tegelijk worden internetplatformen aansprakelijk gesteld voor hun gebruikers die auteursrechtelijk beschermde inhoud delen (artikel 13). Artiesten zullen ook een hogere vergoeding kunnen eisen als hun werken vaak worden gedeeld.

Als ook het voltallige parlement volgende maand het nieuwe auteursrecht goedkeurt, zullen de lidstaten twee jaar de tijd krijgen om de richtlijn in nationale wetgeving om te zetten.

bron: Belga