Pendelaar Wim: "Prachtig om mensen op het gras te zien liggen van je eigen park"

Elke week grijpt Metro een pendelaar bij de kraag voor een kort gesprek. Achter elke anonieme reiziger schuilt immers een verrassende persoonlijkheid. Deze week is het de beurt aan Wim Menten, een 38-jarige stadsplanner en architect. 
door
Janne
Leestijd 3 min.

ZICHT

Kijken, observeren, daaruit leren, analyseren, synthetiseren en een visie vormen is een soort van beroepsmisvorming voor mij. Al is dat eigenlijk een fout woord, want het is ook hoe ik zelf in elkaar zit. Vertrekken van wat er vandaag is, daar kritisch over nadenken en erop verder bouwen, dat is eigenlijk wat ik doe. Niet alleen binnen de architectuur, ook in het plannen van de stad. Dat doe ik niet alleen, maar samen met veel verschillende andere personen en partijen. Zoiets gaat traag, maar het werkt.

GEHOOR

Als stadsplanner is het heel belangrijk om te luisteren, naar inwoners en ook naar politici. Als je alleen maar een eigen visie hebt, zonder te luisteren naar anderen, maak je iets wat niet voor iedereen is. Dat moeten we vermijden. Ik heb geleerd om soms dingen los te laten, anders kan je niet samenwerken of samen denken met mensen. Het beste is als de sterktes van iedereen rond de tafel naar voor komen en we nog iets sterker maken. Daarvoor moet je kunnen luisteren, zonder je eigen mening te begraven.

SMAAK/SPRAAK

Ik communiceer liever met beeld en schetsen, dan dat ik spreek. Ik kan me zo beter uitdrukken. Het is ook geen evidentie om met gesproken woord een bepaalde beeldentaal of visie uit te drukken. Met BYE BYE Kleine Ring werk ik mee aan een project voor een geïntegreerd stedelijke en mobiliteitsvisie voor de grote verkeersassen in Brussel. Door daarbij samen te werken in een cocreatief proces met veel anderen brengen we een boodschap naar buiten die veel sterker is dan dat ik het zelf zou kunnen verbeelden.

REUK

Reukzin is, samen met het gehoor, het zintuig dat mensen in de stad het snelst uitschakelen. De geur en het geluid in een stad, maar ook binnen in een gebouw, daar wordt heel onbewust mee omgegaan. Maar het bepaalt wel heel erg de levenskwaliteit van dat gebouw of die stad. Vooral de invloed van de auto op de stad, is iets waar ik steeds meer op focus. We moeten niet naar een stad zonder auto's, maar naar een stad waar de publieke ruimte evenwichtig verdeeld is. Daar hangt zoveel potentieel aan vast.

TAST

Er is niets zo mooi als mensen op het gras te zien liggen van een park dat je zelf ontworpen hebt. Onbewust ben je als architect of planner bij een project met alle zintuigen bezig. Als de zintuiglijke ervaring van een ruimte goed zit, krijg je een kwalitatief en bijzonder geheel dat de tand des tijds kan doorstaan. Of dat nu een openbare ruimte is, een publiek gebouw of het interieur van een woning. Hoe meer ervaring je hebt, hoe beter je erin wordt om al die gegevens evenwichtig op elkaar af te stemmen.

ZESDE ZINTUIG

Mensen samenbrengen om dingen te laten bewegen, dat is wat ik graag doe. Door het project rond de Kleine Ring kom ik zoveel nieuwe mensen tegen. Ik leer de stad beter kennen en de bewoners in verschillende stadswijken. Je voelt dat er een grote kritische massa is die de stad wil zien evolueren naar een leefbare, aangename, bereikbare, centrale plek. Ik wil het debat aangaan met en aanwakkeren tussen mensen om ze bewuster te laten bezig zijn met de omgeving waarin ze leven en die waarin ze zouden willen leven.

Tekst Pieter Lantsoght, Foto Janne Vanhemmens