Families Verkest en Thill in beroep tegen betalen schadevergoeding voor dioxinecrisis

door
Belga
Leestijd 2 min.

Vetsmelters Jan en Lucien Verkest gaan in beroep tegen het vonnis van de Gentse correctionele rechtbank, die hen vandaag veroordeelde tot het betalen van een schadevergoeding voor de dioxinecrisis van 1999 van onder meer 24 miljoen euro aan het federaal voedselagentschap FAVV. Dat bevestigt hun advocaat Hans Rieder. Ook Jacques en Jacqueline Thill van Fogra zullen hoogstwaarschijnlijk beroep aantekenen tegen het vonnis. De dioxinecrisis barstte in 1999 los, nadat dioxines in de voedselketen terecht waren gekomen. Uit onderzoek bleek dat de besmetting haar oorsprong vond bij het bedrijf Verkest in Deinze en bij het Waalse Fogra. Het bedrijf Fogra leverde met giftige pcb's besmette vetstoffen aan Verkest, die het aan de veevoederbedrijven verdeelde. De Verkests leverden zogezegd gesmolten dierlijk vet aan meng- en veevoederfabrikanten, terwijl het om een mengsel van dierlijk en technisch vet ging. Jan en Lucien Verkest werden later schuldig bevonden aan valsheid in geschrifte, gebruik van valse stukken en bedrog in koopwaar.

De advocaten van Verkest en Fogra hadden gepleit dat de eisen tot schadevergoeding onontvankelijk zouden zijn. Er werd ook om de aanstelling gevraagd van een nieuwe deskundige om alle schade te becijferen, maar voor de schadevergoeding van het FAVV ging de correctionele rechtbank daar niet op in en werd de vordering integraal toegekend.

"De familie Verkest gaat in beroep tegen het vonnis", zegt advocaat Hans Rieder, die geen verdere details wil geven. Daardoor komt de zaak vermoedelijk in de loop van volgend jaar voor het hof van beroep. Het vonnis wat betreft het FAVV werd wel uitvoerbaar bij voorraad verklaard, waardoor in theorie onmiddellijke betaling kan worden gevraagd.

bron: Belga