Bovengrondse mijnwerkers slepen Belgische staat voor rechter over pensioenregeling

door
Belga
Leestijd 1 min.

Een 40-tal bovengrondse mijnwerkers hebben de Belgische staat voor de rechtbank gesleept omdat ze het niet eens zijn met hun pensioenregeling. Die werd eind 2011 voor alle Belgen grondig aangepast maar waar er voor de ondergrondse mijnwerkers gunstige overgangsmaatregelen kwamen, zijn die er voor de bovengrondse mijnwerkers nooit gekomen. Dat was volgens de mijnwerkers onwettig, en bovendien een discriminatie in vergelijking met de ondergrondse mijnwerkers. Ze eisen elk een morele schadevergoeding van 40.000 euro. Met de wet van 28 december 2011 voerde de toenmalige regering een eerste hervorming van de pensioenregeling door, waardoor de leeftijd voor vervroegd pensioen van 60 naar 62 jaar ging en de loopbaanduur van 35 naar 40 jaar werd opgetrokken. Voor mijnwerkers van 55 jaar of ouder veranderde er niets en voor mijnwerkers jonger dan 55 jaar voorzag de wet in een overgangsperiode.

"Die overgangsmaatregel werd in een Koninklijk Besluit vastgelegd", zegt meester Jan Buelens, advocaat van de bovengrondse mijnwerkers. "Daarin werd de pensioenleeftijd voor de ondergrondse mijnwerkers teruggebracht tot 55 jaar en de loopbaanduur tot 30 jaar. Over de bovengrondse werd geen woord gerept."

Dat is volgens de advocaat duidelijk in strijd met de wet van 28 december 2011, waardoor de Belgische staat een fout begaat, en bovendien een dubbele discriminatie. De mijnwerkers vragen nu elk een morele schadevergoeding van 40.000 euro.

Volgens de Belgische staat is er geen sprake van een fout of een discriminatie. De rechtbank doet uitspraak op 5 oktober.

bron: Belga