Geweld tegen Rohingya was grondig gepland

Verschillende bloedbaden in Rohingya-dorpen in Myanmar zijn duidelijk gepland door het Myanmarese leger, met de hulp van de boeddhistische bevolking. Dat schrijft de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch.
door
Jelle
Leestijd 2 min.

Human Rights Watch (HRW) publiceerde gisteren een rapport over het dorpje Tula Toli. De veiligheidsdiensten in het Aziatische land lieten in dat dorpje leden van de moslimminderheid in de val lokken en verkrachtten en doden vervolgens zowel mannen, vrouwen als kinderen. Daarna werd het dorpje platgebrand.

Omsingeld

De mensenrechtenorganisatie zegt over tientallen getuigenissen te beschikken. «De wreedheden van het leger in Tula Toli waren niet alleen brutaal, ze waren ook systematisch», zegt Brad Adams, directeur Azië bij HRW. «De soldaten verkrachtten en doodden honderden Rohingya met een bijzonder wrede efficiëntie, die enkel op voorhand gepland kan zijn.» De dorpsbewoners kregen de opdracht te verzamelen op de rivieroever, waar ze veilig zouden zijn. Daar werden ze omsingeld door het leger, waarna de soldaten begonnen te schieten op de massa.

«De VN en de internationale gemeenschap moeten erover waken dat de verantwoordelijken van deze zware misbruiken zich verantwoorden voor hun daden», aldus nog Adams.

Genocide

Artsen zonder Grenzen schatte vorige week nog dat tussen eind augustus en eind september minstens 6.700 Rohingya vermoord werden. Ongeveer 655.000 Rohingya zijn voor het geweld gevlucht naar buurland Bangladesh.

De Myanmarese autoriteiten blijven intussen ontkennen dat ze wreedheden plegen in de deelstaat Rakhine. Ze houden vol dat het leger slechts antwoordt op de aanvallen van moslimrebellen. Eerder deze week zei de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN dat dat de aanvallen gepland waren en dat het geweld alle kenmerken heeft van een genocide.