Papoa-Nieuw-Guinea wil vluchtelingen binnen twee dagen uit gesloten Australisch kamp

door
Belga
Leestijd 2 min.

De goed 600 vluchtelingen die verbleven in een door Australië gerund maar sinds vorige week gesloten vluchtelingencentrum op het eiland Manus, zijn door de regering van Papoea-Nieuw-Guinea voor een ultimatum gesteld. Ze krijgen twee dagen de tijd om het eiland, dat tot Papoea-Nieuw-Guinea behoort, te verlaten. Als ze niet ingaan op het ultimatum riskeren ze met geweld uit het centrum gezet te worden. Goed 600 mannen zitten nu al meer dan een week zonder voedsel, water en elektriciteit. Het Papoea-Nieuw-Guinese Hooggerechtshof oordeelde vorige week dat het centrum ongrondwettelijk en illegaal was, en beval de onmiddellijke sluiting.

De vluchtelingen weigeren echter te verhuizen naar drie nieuwe, tijdelijke faciliteiten die nog niet allemaal afgewerkt zijn, in de buurt van de belangrijkste stad van het eiland. De vluchtelingen zeggen dat ze vrezen aangevallen te worden door buurtbewoners.

"U heeft geen wettelijke basis om in het centrum te blijven", aldus de brief van de autoriteiten op Papoea-Nieuw-Guina. "Indien nodig kan er geweld gebruikt worden tegen zij die weigeren overgeplaatst te worden." In de brief klonk het verder nog dat het hek rond het centrum vanaf vandaag neergehaald wordt. De veiligheid kan dan niet gegarandeerd worden, omdat diegenen die in het centrum blijven zich onwettig op een militaire basis bevinden en opgepakt kunnen worden.

In de nacht van woensdag op donderdag had Peter O'Neill, premier van Papoea-Nieuw-Guinea, ermee gedreigd vluchtelingen op te pakken voor "het welzijn van zowel vluchtelingen als niet-vluchtelingen". De VN heeft in een reactie de gebeurtenissen op Manus een beginnende "humanitaire crisis" genoemd. Ook mensenrechtenorganisaties uitten forse kritiek op het beleid van zowel Australië als Papoea-Nieuw-Guinea.

Bron: Belga