Franse inlichtingendiensten vonden Mohamed Merah niet verdacht en wilden hem rekruteren
De Franse inlichtingendiensten hebben de intentie gehad om Mohamed Merah, de man die in 2012 in Toulouse en Montauban zeven mensen doodde, te rekruteren. Twee onderzoekers uit Parijs vonden de man niet verdacht en niet gevaarlijk. Dat heeft een gewezen chef van de inlichtingendiensten gezegd op het assisenproces in Parijs tegen Abdelkader Merah, de broer van de dader. Mohamed Merah doodde tussen 11 en 19 maart 2012 drie militairen, een leraar en drie kinderen in een Joodse school. Hij werd na een klopjacht door de politie gedood. Zijn broer Abdelkader wordt beschuldigd van medeplichtigheid aan de moorden en van lidmaatschap van een terroristische organisatie. Het proces draait rond de vraag of Merah op de hoogte was van de moorddadige plannen van zijn broer. De 35-jarige Merah ontkent dat dat het geval was.
Mohamed kwam in het vizier van de Franse inlichtingendiensten in 2006. Nadat hij tussen augustus en oktober 2011 in Pakistan gereisd had, wilden ze hem spreken over zijn Afghaanse en Pakistaanse reizen.
Op 14 november ondervroegen twee gerechtelijke specialisten uit Parijs Mohamed Merah. Zij vonden de man niet verdacht. "Hij leek niet echt gevaarlijk. Gezien zijn nieuwsgierige geest en omdat hij veel reist, leek het zelfs interessant om hem te rekruteren", aldus de gewezen chef van de Franse inlichtingendiensten. "Maar ik was het niet eens met hun analyse."
De onderzoekers uit Parijs sloten het dossier af en dienden op 21 februari 2012, een maand voor Merah zijn dodelijke raid uitvoerde, een nota in. Daarin staat geschreven: "Mohamed Merah heeft een open geest. Hij heeft geen enkele relatie met een terroristisch netwerk en hij heeft het profiel van een reiziger."
Bron: Belga