Oogafwijkingen bij Vlaamse kinderen sneller opgespoord

door
Belga
Leestijd 1 min.

Oogafwijkingen bij kinderen worden sneller opgespoord. Dat blijkt uit de evaluatie van vijf jaar oogscreening op basis van gegevens van de Centra voor Leerlingenbegeleiding. Volgens minister van Welzijn Jo Vandeurzen is het de bedoeling de medische opvolging van schoolgaande kinderen nog te verbeteren door een automatische gegevensoverdracht tussen Kind en Gezin en de Centra voor Leerlingenbegeleiding. Sinds 2003 wordt door Centra voor leerlingenbegeleiding (CLB) bij alle kinderen vanaf de start van hun schoolloopbaan een lui oog of een risicofactor voor een lui oog opgespoord. In 2012 startte ook Kind en Gezin met een systematische oogscreening bij alle peuters van 12 en 24 maanden. De beide screeningsprogramma's verlopen volgens wetenschappelijke onderbouwde standaarden.

Uit gegevens voor de periode tussen 2011 en 2016 blijkt dat oogafwijkingen bij jonge kinderen vroeger worden opgespoord. Zo neemt het aantal 4-jarigen met een bevestigde oogafwijking en met een visuele correctie toe. Daarnaast toont de evaluatie aan dat kinderen op een vroegere leeftijd de nodige behandeling en visuele correctie krijgen: op 6 jaar tijd is de proportie van 3-jarigen die reeds een bril dragen op het tijdstip van het eerste CLB-onderzoek verdubbeld.

Binnenkort zal de gegevensoverdracht tussen Kind en Gezin en de CLB automatisch en elektronisch verlopen. Minister van Welzijn Jo Vandeurzen: "Dit zal niet alleen een nog vlottere opvolging van de gezondheid en ontwikkeling van schoolgaande kinderen mogelijk maken, maar ook de mogelijkheid bieden om op populatieniveau de impact van oogscreening op voorschoolse leeftijd zichtbaar te maken."

bron: Belga