Een jaar later - "Laat ons vooral durven teder zijn"

door
Belga
Leestijd 2 min.

"Laten we weer leren luisteren naar elkaar, elkaars zwakheden erkennen en daaraan werken. En laat ons vooral durven teder zijn." Dat heeft koning Filip vandaag gezegd bij de inhuldiging van een monument ter nagedachtenis van alle slachtoffers van terrorisme in de 'kleine Wetstraat' in Brussel. Tal van Belgische en Europese hoogwaardigheidsbekleders waren aanwezig, net als slachtoffers en nabestaanden van de aanslagen van 22 maart 2016. In zijn toespraak bedankte de koning de inzet van hulpverleners en veiligheidsdiensten, sprak hij zijn steun uit voor de slachtoffers en nabestaanden van terreur en noemde hij het essentieel dat zij steun en begeleiding krijgen. "Met ontelbare slachtoffers over de hele wereld deelt u de diepe wonden veroorzaakt door moorddadige waanzin", vervolgde koning Filip. "Het is de verantwoordelijkheid van ons allen om onze samenleving menselijker en rechtvaardiger te maken. Laten we weer leren luisteren naar elkaar, elkaars zwakheden erkennen en daaraan werken. En laat ons vooral durven teder zijn. Op deze dag van bezinning en herdenking is ons land u dit engagement verschuldigd."

Ook de zus van één van de slachtoffers van 22 maart, de vader van het Belgische slachtoffer van de aanslag van nieuwjaarsnacht in Istanboel namen vervolgens kort het woord, net als iemand die in naam van de hulpverleners sprak. De koning legde vervolgens een bloemenkrans neer bij het nieuwe monument voor alle slachtoffers van terrorisme, in de voetgangerszone tussen het Jubelpark en het Schumanplein in Brussel. Dit ging gepaard met een minuut stilte, waarop de Belgische en Europese volksliederen klonken.

Het kunstwerk 'Gewond maar steeds overeind tegenover het onbegrijpelijke' is van de hand van de Brusselse kunstenaar Jean-Henri Compère. Het monument van 20 meter lang en 2 meter hoog bestaat uit twee stalen platen die omhoog krullen waar ze samenkomen "zoals twee magneten die elkaar afstoten", aldus de kunstenaar. Een krachtig gebaar tegen geweld, waarbij de ruimte tussen beide onderdelen plaats biedt voor dialoog en hoop, zo omschrijft Compère het zelf.

bron: Belga