Duitse antiterreurdiensten onderschatten gevaar dat Anis Amri vormde

Het Duitse antiterreurcentrum (GTAZ) heeft het dossier van de vermoedelijke dader van de aanslag op de Berlijnse kerstmarkt, Anis Amri, in 2016 verschillende keren behandeld. Het centrum achtte het weinig waarschijnlijk dat hij een aanslag zou plegen. Dat schrijft de Süddeutsche Zeitung vandaag. Het laatste rapport van het GTAZ dateert van 14 december, of vijf dagen voor hij met een vrachtwagen inreed op een een kerstmarkt. Bij die aanslag vielen 12 doden. Volgens de krant wisten de autoriteiten dat Amri nauwe banden onderhield met Duitse jihadisten, en was hij door de politie van Dortmund geklasseerd als "sympathisant van IS". De onderzoekers wisten ook dat Amri zeker een keer online zocht naar hoe hij een pijpbom moet maken en dat hij in een online conversatie zijn diensten als kamikaze had aangeboden, waarschijnlijk aan een IS-lid.

Daarnaast was ook bekend dat de Tunesiër beschikte over acht verschillende identiteiten, dat hij vrij kon rondlopen op het Duits grondgebied en vrije toegang had tot een islamitische school in Dortmund die ervan verdacht wordt Syriëstrijders op te leiden. Het centrum had Amri, op een schaal van 1 tot 8 (gaande van het gevaarlijkst tot minder gevaarlijk), een 5 toegekend. Dat betekent volgens de Süddeutsche dat "een daad van geweld weinig waarschijnlijk is".

Kort na de aanslag gaven de Duitse autoriteiten al toe dat de Tunesiër bekendstond bij de politie. In november verloren de diensten het spoor van Amri. Om 15 uur houdt het Duitse parket een persconferentie waarin het de stand van zaken van het onderzoek meedeelt.

Bron: Belga