Jambon: "Aanwezigheid De Wever was grote uitzondering"
"De grote uitzondering." Zo noemt N-VA-vicepremier Jan Jambon de aanwezigheid van Bart De Wever daags na de aanslagen van 22 maart op een vergadering met hem en de politietop. Bij de start van zijn betoog in de onderzoekscommissie bleef Jambon er bij dat er geen geclassificeerde informatie aan bod kwam en er dus ook niets strafbaars gebeurd is. "Dit is niet de regel. In de twee jaar en zoveel maanden dat ik minister ben, was dit de grote uitzondering en de enige keer dat mijn partijvoorzitter bij een overleg tussen mij en wie dan ook bij de politie betrokken was", verzekerde Jambon.
De Wever was er volgens Jambon die avond toch bij omdat zijn vicepremier met ontslag speelde. "Op dat moment denk ik dat een voorzitter geïnteresseerd is om te bekijken of de feiten gedubbelcheckt zijn met de organisatie." Jambon herhaalde dat op de vergadering geen geclassificeerde informatie aan bod kwam, net zo min als enige informatie over het lopend gerechtelijk onderzoek.
"Ik kan zeer duidelijk zijn. We hebben niet gesproken over het gerechtelijk onderzoek. Enkel over het opstellen van de tijdslijn van wat in Turkije gebeurd was en wat gekend was. Wij hadden die informatie al kunnen reconstrueren en wilden dat checken."
Volgens Jambon was het trouwens zijn bedoeling om slechts met topvrouw Catherine De Bolle van de politie samen te zitten. Zij bracht echter nog een reeks collega's mee, met name Claude Fontaine van de gerechtelijke politie, Patrick Ludinant van DJSOC, de toenmalige hoofdcommissaris Eddy Greif van de directie voor de bestrijding van zware en georganiseerde criminaliteit en Peter De Buysscher, de chef van de verbindingsofficier in Turkije.
Aanleiding voor de keuze van Jambon voor ontslag was zoals bekend de manke doorstroming van Turkse informatie over de arrestatie in 2015 van Ibrahim El Bakraoui, één van de terroristen die zich op 22 maart opblies op Brussels Airport. De minister wees kort na de aanslagen al expliciet op "blunders" van de verbindingsofficier in Turkije bij het doorspelen van die info.
Jambon verzekerde maandag in de commissie dat hij niemand met de vinger wilde wijzen. "Ik heb de verbindingsofficier niet beschuldigd, ik heb slechts willen duiden waarom ik ontslag wilde nemen."
Niettemin herhaalde Jambon even later zijn kritiek aan het adres van de man. "Er was een gebrek aan proactiviteit, een gebrek aan verantwoordelijkheid en een gebrek aan ownership", aldus de N-VA'er. "Je moet toch 'gene grote' zijn om de link te leggen dat de kans hier zeer groot is dat het om een Syriëstrijder gaat. Iemand die op de grens met Syrië gearresteerd wordt, waarvan je weet dat hij veroordeeld is voor zware criminele feiten."
Dat de verbindingsofficier met vakantie was toen de info binnenkwam, pleit hem volgens Jambon niet vrij. "Ik heb er geen probleem mee dat mensen met vakantie gaan. Maar in zo'n functie - en het gaat om een officier - heb je twee mogelijkheden. Ofwel blijf je stand-by tijdens je vakantie, of je gaat echt met vakantie maar geeft je verantwoordelijkheden door. En de mogelijkheden daarvoor waren legio", aldus Jambon. "Maar ik stel vast dat dit niet gebeurd is."
De oppositie vond het niet kunnen dat Jambon opnieuw schoot op de verbindingsofficier. Vooral omdat ze zichzelf gemuilkorfd voelt, aangezien ze niet publiekelijk mag putten uit de verdediging die de officier zelf achter gesloten deuren heeft gegeven. Mogelijk zal de getuigenis van Jambon dus later op de avond nog deels achter gesloten deuren plaatsvinden.
bron: Belga