Taxidermist Jeroen Lemaitre: "Soms lijkt het alsof ik in CSI Miami ben beland"

De een zijn brood is de ander zijn dood. En dat geldt zeker voor taxidermist Jeroen Lemaitre, die overleden vlinders, kevers en ander gespuis transformeert tot kunstwerken waarvan je niet weet of je ze luguber dan wel uniek moet vinden. Eén ding is zeker: zijn werk intrigeert. In het boek ‘Wonders are collectible' gunt hij ons een blik op zijn fascinerende wereld.
door
Gregory
Leestijd 1 min.

Taxidermist is geen evidente beroepskeuze. Hoe ben je in het vak gerold?

Jeroen Lemaitre: "Daar zit de economische crisis voor iets tussen. Ik ben mijn carrière begonnen bij de VRT, waar ik werd opgezadeld met het ene tijdelijke contract na het andere. Op een gegeven moment werd er beslist om mijn contract niet te verlengen, waardoor ik op zoek moest naar een nieuwe uitdaging. Omdat de arbeidsmarkt er toen niet al te rooskleurig uitzag, heb ik besloten om van mijn hobby mijn beroep te maken en te zien of ik het zou redden als taxidermist."

De taxidermisten zijn niet dik gezaaid in België. Hoe heb je de kunst in de vingers gekregen?

"Hoewel ik niemand zou aanraden om op eigen houtje dieren te gaan opensnijden, is dat wel exact wat ik zelf heb gedaan. Mijn eerste kevers heb ik opgezet met behulp van enkele tutorials op het internet. Overbodig om te zeggen dat die faliekant mislukten. Hetzelfde verhaal met de eerste blauwe vlinders: stuk voor stuk mislukt. Zo'n vleugel is immers super fragiel en bestaat uit allemaal kleine schubjes. Zodra je die aanraakt met je vinger, gaat de kleurstof eraf en zit je met de gebakken peren. Vlinders opzetten is een heel delicaat werkje dat je echt onder de knie moet krijgen. Hoe vaker je het oefent, hoe beter dat gaat. Maar in het begin heb ik vaak gevloekt, zeker omdat die vlinders behoorlijk prijzig zijn."

Jouw werk bevindt zich in de duistere zone tussen leven en dood. Welke gedachten gaan er zoal door je hoofd als je bezig bent met het opzetten van een beest?

"Als ik een dier opensnijd, kan ik zien waaraan het gestorven is. Dat kan een kankergezwel zijn of een vervorming aan de poot. Dat klinkt misschien vies, maar ik vind dat fascinerend: alsof ik in CSI Miami beland ben."

Was dat ook wat je dacht toen je voor de allereerste keer een dier opensneed?

"De eerste keer was een speciale ervaring. Een beest bestaat namelijk vooral uit vocht, dat begint te verdampen zodra je het open snijdt. Tijdens het opzetten hang je voortdurend met je hoofd boven die dampende massa. Vergelijk het met een kom heet water met eucalyptus: dat is behoorlijk intens. En elk dier heeft een specifieke geur. Papegaaien zijn bijvoorbeeld zoet, maar bunzingen of reptielen stinken een uur in de wind. Omdat ik enkel dieren opzet die gestorven zijn door een auto-ongeluk of door ouderdom, zijn ze meestal nog niet lang dood. Dat is qua geur een voordeel."

Welke struikelblokken kom je zoal tegen wanneer je van een dood beestje een kunstwerk probeert te maken?

"Het is belangrijk dat je in ons vak oog hebt voor detail en finesse. Op het einde van de rit moet het dode dier opnieuw op een echt beest lijken. Dat is moeilijker dan je op het eerste gezicht zou denken. Dat dode dier wordt immers eerst een lapje huid voordat je hem terug in z'n oude gedaante kunt herstellen. Ik probeer ook altijd meer te doen dan enkel de realiteit nabootsen: met mijn creaties probeer ik een verhaal te vertellen. Niet evident, want de composities in mijn hoofd zijn niet altijd realistisch. Zo zou ik bijvoorbeeld graag spelen met bewegende vleugels of poten, maar helaas ben ik Harry Potter niet."

Wat voor klanten krijg jij over de vloer?

"Ik heb heel toffe, diverse klanten. Zo krijg ik jonge koppels over de vloer die op zoek zijn naar een uniek stuk, maar ook kleine kinderen op zoek naar een beestig leuke sleutelhanger of verzamelaars op zoek naar een kunstwerk. Eén ding hebben ze allemaal gemeenschappelijk: een kinderlijke verwondering voor de creaties die ik maak."

Welke dieren zijn de paradepaardjes van jouw winkel?

"De stolpen met vlinders eronder verkopen goed en ook de kaders met blauwe vlinders zijn populair. Verder is de populariteit van King Giorgio opvallend: dat is een opgezet kuiken met een kroontje op dat tegelijk creepy, kitsch en cute is. Oorspronkelijk was het bedoeld een grap, maar intussen is het dus één van mijn meest verkochte producten."

 

Door Mare Hotterbeekx

‘Wonders are collectible' is uit bij Lannoo. De kunstwerken van Jeroen Lemaitre kunnen ook gekocht worden in zijn zaak, Animaux Spéciaux in Leuven.