"Reiziger moet centraal in nieuwe beheersovereenkomst De Lijn"

door
Belga
Leestijd 2 min.

In de nieuwe beheersovereenkomst van De Lijn, die ingaat op 1 januari 2017, moet de reiziger centraal staan. Dat zegt de Mobiliteitsraad Vlaanderen (MORA) in een advies over de 'transitiebeheersovereenkomst' voor de Vlaamse vervoersmaatschappij. De nieuwe beheersovereenkomst moet volgens de MORA ook de rol van De Lijn in het toekomstige mobiliteitssysteem aflijnen. En De Lijn moet voldoende middelen krijgen om die rol dan met succes te vervullen, staat in het advies dat persagentschap Belga kon inkijken. De beheersovereenkomst tussen De Lijn en de Vlaamse regering liep eigenlijk eind 2015 af, maar werd met één jaar verlengd. Volgens minister van Mobiliteit Ben Weyts (N-VA) wordt er volop gewerkt aan een 'transitiebeheersovereenkomst'. Die nieuwe overeenkomst moet de wederzijdse afspraken tussen de Vlaamse vervoersmaatschappij en regering verankeren.

De minister vroeg in augustus aan de Mobiliteitsraad Vlaanderen om een advies over die nieuwe overeenkomst. De MORA toont zich in haar advies niet zo gelukkig met de "korte adviestermijn in de vakantieperiode" en met het feit dat er "geen concrete ontwerptekst" klaar is, maar heeft toch een aantal aanbevelingen klaar.

De MORA stelt onder meer voor om de beheersovereenkomst te laten gelden voor vier jaar, met name tussen 2017 en eind 2020. "Deze timing biedt duidelijkheid voor de reiziger, De Lijn en voor de exploitanten". De transitie-overeenkomst moet volgens de MORA ook de "continuïteit van de dienstverlening garanderen". De reiziger moet zijn bestemming vlot kunnen bereiken en moet met andere woorden "centraal staan bij de opmaak van de nieuwe beheersovereenkomst".

Verder moet de rol van De Lijn in het toekomstige mobiliteitssysteem afgelijnd worden. Zo is er de geplande omschakeling van basismobiliteit naar basisbereikbaarheid, een systeem met een gelaagd vervoersmodel en een aangepaste rol voor De Lijn. Daarom moet er in de beheersovereenkomst bijvoorbeeld duidelijk staan hoe De Lijn zal samenwerken met de NMBS.

De MORA hamert er ook op dat het aanbod betaalbaar moet blijven en dat de regering "voldoende financiële middelen ter beschikking stelt van De Lijn om de haar toegewezen opdrachten succesvol te kunnen uitvoeren". Verder moet het investeringsbeleid van de voorbije jaren voortgezet worden.

In de overeenkomst moet ook een resultaatsverbintenis zitten. Om die resultaten goed op te volgen en te monitoren, stelt de MORA een jaarlijkse tevredenheidsmeting en kwaliteitsonderzoek door een onafhankelijke partij voor.

bron: Belga