De sterren van Rio
Usain Bolt/atletiek
In zijn laatste weken als twintiger wacht Usain Bolt in Rio een afspraak met de geschiedenis. De snelste man ter wereld kan er een legendarische ‘triple triple' neerzetten. Voorwaarde is wel dat Bolt net als in Peking en Londen goud verovert op de 100m, de 200m én de 4x400m. Geen sinecure, zeker omdat de Jamaïcaanse vedette zijn voorbereiding verstoord zag door een vervelende hamstringblessure. Die is ondertussen verleden tijd, zoals Bolt onlangs bewees door de 200m te winnen op de Diamond League-meeting in Londen. Op die afstand is Thunderbolt zo goed als onklopbaar. Hij droomt zelfs openlijk van een nieuw wereldrecord, zeven jaar na zijn fabelachtige 19.19 op het WK in Berlijn. Op de 100m oogt Bolt iets kwetsbaarder. Drie sprinters klokten dit jaar al snellere chrono's op het koningsnummer, waar vooral de Amerikaanse ex-dopingzondaar Justin Gatlin een te duchten concurrent is.
Shelly-Ann Fraser-Pryce/atletiek
De Jamaïcaanse suprematie in de sprintnummers geldt ook bij de vrouwen. Net als haar leeftijdsgenoot Bolt kan Shelly-Ann Fraser-Pryce straks voor een olympische primeur zorgen door voor de derde keer op rij goud te pakken op de prestigieuze 100m. Fraser-Pryce richt in Rio al haar pijlen op het koningsnummer en laat de 200m schieten, ook al omdat ze op de Jamaïcaanse trials gehinderd werd door een pijnlijke teen. Het zal in Brazilië dus bij één duel blijven met de Nederlandse gazelle Dafne Schippers
Michael Phelps/zwemmen
Veel groter dan Michael Phelps worden olympiërs niet. Op zijn 31ste is de Baltimore Bullet al toe aan zijn vijfde Olympische Spelen, waarin hij in totaal 22 medailles verzamelde. Achttien daarvan waren gouden exemplaren, wat van de Amerikaan de meest succesvolle zwemmer ooit maakt. Na de Spelen in Londen kondigde hij zijn afscheid aan, maar de lokroep van het zwembad bleek te sterk. Dat hij nog niet versleten is bewees hij op de nationale Amerikaanse kampioenschappen, waar hij de sterkste was op de 200m wisselslag en de 100m en de 200m vlinderslag. Daarnaast zwemt Phelps in Rio mogelijk ook drie aflossingsnummers. De kans is dus reëel dat hij zijn imposante medailleverzameling nog wat aandikt.
Serena Williams/tennis
Lang na het tennispensioen van generatiegenoten Kim Clijsters en Justine Henin zwaait Serena Williams op haar 34ste nog altijd de plak in WTA-land. De Amerikaanse voert de ranking aan, won onlangs voor de zevende keer Wimbledon en mikt ook in Rio op het allerhoogste. Ze verdedigt er haar olympische titels in het enkel- én het dubbelspel. Aan de zijde van haar zus Venus verloor ze op dat laatste nummer nog nooit een wedstrijd op de Spelen. Zowel in 2000, 2004 als 2012 stoomden de zusjes Williams door naar goud. Ook deze keer vormen de twee een koppel, dat ongetwijfeld moeilijk te verslaan zal zijn.
Neymar/voetbal
Geen enkele olympïër waar het thuispubliek zo warm van wordt als Neymar. De vedette van FC Barcelona voert het Braziliaanse elftal aan, dat voor eigen volk een einde wil maken aan meer dan eeuw van olympische frustraties. Voetbalwalhalla of niet, de Zuid-Amerikaanse grootmacht wist het tornooi nog nooit te winnen. Neymar kan zo meteen de ontgoocheling van het WK 2014 doorspoelen, toen de Goddelijke Kanaries in hun achtertuin tenondergingen aan de druk. Hij krijgt daarbij de steun van onder meer Rafinha, Marquinhos en zijn gedoodverfde opvolger, tienersensatie Gabriel Jesus.
Missy Franklin/zwemmen
In Londen leerde de hele wereld Missy Franklin kennen toen ze bij haar olympische debuut op haar zeventiende meteen uitgroeide tot een van de absolute smaakmakers. Vijf medailles bedroeg de oogst, waarvan vier gouden. Meteen werd de Amerikaanse gebombardeerd tot de vrouwelijke Michael Phelps, al heeft de roem ook zijn tol geëist. Mede door toegenomen sponsorverplichtingen heeft Missy haar status van meest dominante zwemster ondertussen moeten afstaan aan haar landgenote Katie Ledecky. Ze kon zich ook niet plaatsen voor de 100m rugslag, waarop ze titelverdedigster is. Naast de aflossingsnummers zwemt Franklin in Rio dus enkel de 200m rugslag en de 200m vrije slag.
Kohei Uchimura/turnen
Uchimura is in Europa iets minder bekend dan de andere namen in dit lijstje, maar in zijn thuisland kreeg de 27-jarige gymnast niet voor niets de bijnaam ‘Superman'. Met zes wereldtitels allround wordt de piepkleine Japanner (1m60) alom beschouwd als de beste mannelijke turner aller tijden. In Rio verdedigt hij zijn gouden medaille uit Londen. Uchimura, die bekendstaat om zijn uiterst ingewikkelde routines, kan de eerste worden die zijn titel verlengt sinds zijn landgenoot Sawao Kato in 1972.
Chris Froome/wielrennen
In navolging van zijn voormalige Team Sky-ploegmaat Sir Bradley Wiggins mikt ook Chris Froome deze zomer op de dubbel Tour-olympisch goud. De gele trui is ondertussen al binnen, voor die gouden medaille krijgt Froomie twee kansen: de wegrit en de tijdrit. Op dat laatste nummer was de Nederlander Tom Dumoulin tot voor kort de gedoodverfde favoriet, maar een valpartij in de slotweek van de Tour hebben zijn kansen op succes enigszins gehypothekeerd. In de zware wegrit is de lichtgebouwde Froome in principe ook een kanshebber, al behoren ééndagswedstrijden niet meteen tot de corebusiness van de hyperprofessionele Brit.
Kevin Durant/basketbal
In afwezigheid van grote kanonnen als LeBron James, Russell Westbrook, Stephen Curry, Chris Paul en een hele resem andere NBA-sterren is het aan Kevin Durant om het Amerikaanse basketbalteam in Rio te helpen om haar status van topfavoriet in te lossen. De aanwinst van Golden State loodste het ‘Dream Team' vier jaar geleden al naar de olympische titel door 30 punten te scoren in de finale tegen Spanje. De enige andere overlevende in de Amerikaanse selectie is Carmelo Anthony. Ondanks de vele afwezigen – een terugkerend kwaad bij Team USA – is alles minder dan goud een blamage voor het beste basketland ter wereld.