Moskou bombardeerde post van Amerikaanse en Britse troepen in Syrië

Russische vliegtuigen hebben in juni een legerpost in Syrië gebombardeerd die door Amerikaanse en Britse elitesoldaten gebruikt werd, en in juli een kamp gelieerd aan de CIA. Dat meldt de Wall Street Journal. De krant haalt daarbij hoge Amerikaanse functionarissen aan. De aanvallen, die volgens het Amerikaanse dagblad op 16 juni en 12 juli werden uitgevoerd, waren bedoeld om druk uit te oefenen op de Verenigde Staten, zodat die nauwer met Rusland zouden samenwerken in het luchtruim boven Syrië. De dag voor de eerste aanval waren twintig militairen van de Britse speciale troepen net vertrokken uit de legerpost, die in het zuiden van Syrië ligt, op een vijftiental kilometer van At-Tanf aan de Jordaanse grens. De post werd getroffen door clusterbommen, preciseerden de functionarissen en rebellen aan de krant.

Amerikaanse initiatieven om de Russische troepen te verjagen konden niet verhinderen dat op 12 juli een nieuwe aanval werd uitgevoerd op een kamp dat gelieerd is aan de CIA. Het kamp op ongeveer 80 kilometer van de grenspost At-Tanf wordt gebruikt door gezinnen van Syrische rebellen die door de Amerikaanse inlichtingendienst ondersteund worden.

De Russische en Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Sergej Lavrov en John Kerry, kwamen vorige week overeen militair samen te werken in Syrië tegen de jihadisten van IS (Islamitische Staat) en Al-Nusra (de lokale tak van Al Qaida). Volgens de overeenkomst zou Moskou stoppen met bombardementen op Syrische rebellen die door Washington gesteund worden.

Bron: Belga