Zes rijkste landen nemen amper 9 procent van vluchtelingen op
De zes rijkste landen ter wereld, die meer dan de helft van de globale economie vertegenwoordigen, hebben vorig jaar minder dan 9 procent van de wereldwijde vluchtelingen opgevangen, terwijl armere landen en gebieden de meeste verantwoordelijkheid op zich nemen. Dat klaagt Oxfam maandag aan in zijn nieuw rapport "A Poor Welcome from the World's Wealthy". Uit een analyse van Oxfam blijkt dat de Verenigde Staten, China, Japan, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk vorig jaar in totaal 2,1 miljoen vluchtelingen hebben opgenomen. Dat is 8,88 procent van het totaal. "Duitsland heeft recentelijk veel meer vluchtelingen opgevangen dan de andere rijke landen, maar er blijft een groot verschil met armere landen", luidt het.
Daartegenover staat dat Jordanië, Pakistan, Libanon, Zuid-Afrika en de bezette Palestijnse Gebieden vorig jaar ruim de helft van de vluchtelingen hebben opgevangen. Nochtans zijn ze allemaal samen goed voor nog geen 2 procent van de wereldeconomie.
In de aanloop naar twee grote internationale toppen over vluchtelingen en migranten in New York, in september, roept Oxfam regeringen daarom op om niet alleen meer vluchtelingen op te vangen, maar ook om ontwikkelingslanden te helpen bij het onderbrengen van vluchtelingen. "De huidige internationale vluchtelingenproblematiek is een ongeziene en complexe uitdaging, die een gecoördineerd wereldwijd antwoord vereist", zegt Oxfam-directeur Winnie Byanyima. "De rijkste landen moeten deel uitmaken van de oplossing en moeten een eerlijk aandeel van de vluchtelingen op zich nemen."
In totaal sloegen vorig jaar meer dan 65 miljoen mensen op de vlucht van conflicten, vervolging en geweld; het hoogste aantal ooit. Een derde van hen zijn vluchtelingen en asielzoekers, terwijl de meerderheid interne verdrevenen zijn. Vooral het conflict in Syrië, maar ook het geweld in onder meer Zuid-Soedan, Burundi, Irak en Jemen, deden veel mensen op de vlucht slagen.
bron: Belga