Oh Wonder: "Festivalconcerten zijn zenuwslopend"

‘Too much of a good thing can kill you' moet het Londense duo Oh Wonder gedacht hebben toen ze besloten een jaar lang slechts één nummer per maand op de wereld los te laten. Traag maar gestaag leidde die aanpak in 2015 tot een debuutplaat, een schare online volgers en een interview met Metro in de backstage van Rock Werchter.
door
Mare
Leestijd 3 min.

Bij het binnenkomen oogt het duo ontspannen, maar al snel ontdekken we dat schijn bedriegt.

Josephine Vander Gucht: "Festivalconcerten zijn zenuwslopend. Je hebt vooraf geen flauw benul voor hoeveel volk je zal spelen. Het kan zijn dat de tent tot het nok gevuld is, of omgekeerd: dat er nog geen tien man komt opdagen. Dat maakt de eerste seconden op het podium extra spannend."

Anthony West: "Het hangt er ook vanaf welke concurrentie je hebt op de andere podia. Toen we onlangs zelf naar één van onze favoriete bands gingen kijken op een festival, stond er amper zes man in het publiek. Volslagen onbegrijpelijk."

Vander Gucht: "Tot onze grote opluchting hebben we dat zelf nog nooit meegemaakt. Omdat we begonnen zijn als een internetband, zijn we vooral op vraag van onze fans beginnen te toeren. We zouden kunnen zeggen dat zij ons gedwongen hebben om onze podiumvrees te overwinnen." (lacht)

Is de manier waarop jullie muziek maken veranderd door de overgang van een internetband naar een liveband?

Vander Gucht: "Componeren in de studio is totaal iets anders dan het maken van livemuziek. In de studio heb je een eindeloze hoeveelheid tijd, waardoor je je kunt focussen op de details. Op het podium heb je slechts één uur. En in dat uur moet je niet alleen muziek spelen, maar ook het publiek overtuigen. Vermoeiend! (lacht) Als we onderweg zijn, dan missen we de studio. Maar als we te lang in de studio opgesloten zitten, missen we de uitbundige avonden onderweg."

West: "Studiowerk is een pak creatiever, terwijl het publiek centraal staat bij livemuziek. Ik krijg er een kick van als ik zie hoe we erin slagen om een grote groep mensen te ontroeren. De interactie met het publiek is voor ons een belangrijke graadmeter. Geeft het publiek zich helemaal? Dan moeten we ervoor zorgen dat we op het podium dezelfde vibe teruggeven. En omgekeerd werkt dat ook: het is nogal ontmoedigend om iemand op de eerste rij te zien geeuwen. Dat is me één keer overkomen. Ik had echt zin om die fan door elkaar te schudden, ook al besef ik maar al te goed dat hij gewoon een zware dag gehad heeft en even op zijn gemak naar onze muziek wil luisteren."

Is het jullie weleens overkomen dat jullie zelf niet in topvorm op het podium stonden?

West: "(lacht) We zijn gelukkig omringd door echte professionals die weten dat ze zich geen kemels kunnen permitteren…"

Vander Gucht: "Ik moet eerlijk bekennen dat ik er niet altijd in slaag om een vlekkeloze set te spelen. Vooral mijn onhandigheid speelt me parten. Zo heb ik gedurende de hele set een piano op het podium staan. Toen ik na een song me van de piano naar de microfoon wilde begeven, struikelde ik over de kabel waardoor die uitgetrokken werd. Tot overmaat van ramp viel het geluid en het licht uit, waardoor ik over het donkere podium moest kruipen om de kabel terug te vinden. Uiteindelijk was het een fan die de kabel vond en terug in het stopcontact kon steken. Gênant."

West: "Ik neem je dat soort stoten niet kwalijk hoor, Josephine. Dat maakt je als artiest heel menselijk."

Mare Hotterbeekx