Opvoedingslijn kreeg in eerste maanden 22 oproepen rond radicalisering

door
Belga
Leestijd 2 min.

Sinds midden februari staat de Opvoedingslijn ook open voor vragen rond radicalisering. In de eerste maanden (tot 21 april) kreeg de lijn 22 radicaliserings-gerelateerde oproepen. Dat heeft minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V) geantwoord op een schriftelijke vraag van N-VA-parlementslid Nadia Sminate. Sminate vindt dat Vandeurzen "een tandje moet bijsteken" om de Opvoedingslijn bekender te maken. Volgens de CD&V-minister zijn de eerste resultaten echter positief en zit ook de communicatie "op schema". Wie bezorgd is over de mogelijke radicalisering van zijn kind(eren) kan sinds midden februari ook terecht bij de Opvoedingslijn, de laagdrempelige info- en hulplijn van de Vlaamse overheid voor vragen rond opvoeding. Tussen midden februari en 21 april kwamen er bij de Opvoedingslijn 22 oproepen binnen die een verband hadden met radicalisering. Dat ging van informatieve vragen (Bv: "Waar kunnen we terecht?") tot vragen over hoe men best omgaat met kinderen die angst hebben voor de terreur of over het veranderend gedrag van kinderen (negativiteit, agressie, terugtrekken, kledij, vriendengroep,...).

N-VA-politica Nadia Sminate lijkt dat wat mager te vinden. "Deze hulplijn heeft lang op zich laten wachten. Ze is er nu eindelijk. 22 meldingen - waarvan weinig meldingen concrete bezorgdheden betroffen - is toch erg weinig. Het is duidelijk dat de minister een tandje zal moeten bijsteken om de lijn bekend te maken bij het brede publiek. We mogen niet op onze lauweren gaan rusten inzake de preventie van radicalisering", aldus Sminate.

Minister Vandeurzen is het helemaal niet eens met die analyse. Volgens hem wordt de beoogde doelgroep bereikt en zit de communicatie rond de Opvoedingslijn "op schema". "Allereerst was er de aandacht via de media bij de doorstart, een volgende stap wordt een gerichte campagne via een handig en makkelijk te verspreiden post-/visitekaartje", klinkt het.

Vandeurzen: "Na drie maanden kan op een positieve doorstart van de lijn teruggekeken worden. Van iedere stap wordt geëvalueerd wat de impact is en waar - indien nodig - kan worden bijgestuurd. We doen dit samen met ervaringsdeskundigen, zoals bijvoorbeeld via de betrokkenheid van moeders en de afstemming met het initiatief van de Moslimexecutieve."

bron: Belga