Behandeling hoest kan met minder antibiotica Behandeling hoest kan met minder antibiotica

door
Belga
Leestijd 3 min.

Of antibiotica bij hoesten nodig is, kan voortaan nauwkeuriger worden bepaald. Onderzoekster Robin Bruyndonckx (UAntwerpen/UHasselt) ontwikkelde een model dat huisartsen kan bijstaan. Zo kan het antibioticaverbruik dalen. Bruyndonckx stelde ook vast dat ziekenhuizen hun dosis niet aanpassen aan het gewicht van het kind, met over- of onderdosering tot gevolg. Dat bacteriën resistent kunnen worden door overmatig antibioticagebruik is gekend. De meeste antibiotica worden ingezet bij luchtweginfecties met hoesklachten, maar volgens onderzoekster Robin Bruyndonckx krijgen deze patiënten vaak antibiotica terwijl dat eigenlijk niet noodzakelijk is. Op basis van gegevens van zo'n 2.600 Europese patiënten stelde ze een model op met symptomen, dat het risico op vererging van klachten kan voorspellen en het voorschrijfgedrag kan doen aanpassen.

"Het gaat bijvoorbeeld over de aanwezigheid van slijm, of de patiënt hinder ondervindt bij de dagelijkse activiteiten, de bloeddruk, bepaalde longgeluiden, enzovoort", verklaart Bruyndonckx. "Vaak gaat acuut hoesten vanzelf voorbij, maar mensen zijn ongerust. Het model kan bijvoorbeeld de huisarts helpen om duiding te geven aan de patiënt."

De onderzoekster bekeek ook de dosissen beta-lactam-antibiotica die aan zo'n 5.200 gehospitaliseerde kinderen werden gegeven. "Hoewel de aanbevolen dosis van deze antibiotica voor kinderen gebaseerd is op hun gewicht, werd ongeveer 50 procent van de dosissen onafhankelijk van het gewicht voorgeschreven", stelt ze. "Daardoor krijgen kinderen met een lager gewicht mogelijk te veel en kinderen met een hoger gewicht mogelijk te weinig antibiotica.".

"In de loop der jaren werden al meerdere initiatieven genomen om het gebruik in Belgische ziekenhuizen te verminderen, maar uit mijn analyses van de verbruikte hoeveelheden blijkt dat de meeste daarvan weinig invloed hadden", klinkt de conclusie.

Of antibiotica bij hoesten nodig is, kan voortaan nauwkeuriger worden bepaald. Onderzoekster Robin Bruyndonckx (UAntwerpen/UHasselt) ontwikkelde een model dat huisartsen kan bijstaan. Zo kan het antibioticaverbruik dalen. Bruyndonckx stelde ook vast dat ziekenhuizen hun dosis niet aanpassen aan het gewicht van het kind, met over- of onderdosering tot gevolg. Dat bacteriën resistent kunnen worden door overmatig antibioticagebruik is gekend. De meeste antibiotica worden ingezet bij luchtweginfecties met hoesklachten, maar volgens onderzoekster Robin Bruyndonckx krijgen deze patiënten vaak antibiotica terwijl dat eigenlijk niet noodzakelijk is. Op basis van gegevens van zo'n 2.600 Europese patiënten stelde ze een model op met symptomen, dat het risico op vererging van klachten kan voorspellen en het voorschrijfgedrag kan doen aanpassen.

"Het gaat bijvoorbeeld over de aanwezigheid van slijm, of de patiënt hinder ondervindt bij de dagelijkse activiteiten, de bloeddruk, bepaalde longgeluiden, enzovoort", verklaart Bruyndonckx. "Vaak gaat acuut hoesten vanzelf voorbij, maar mensen zijn ongerust. Het model kan bijvoorbeeld de huisarts helpen om duiding te geven aan de patiënt."

De onderzoekster bekeek ook de dosissen beta-lactam-antibiotica die aan zo'n 5.200 gehospitaliseerde kinderen werden gegeven. "Hoewel de aanbevolen dosis van deze antibiotica voor kinderen gebaseerd is op hun gewicht, werd ongeveer 50 procent van de dosissen onafhankelijk van het gewicht voorgeschreven", stelt ze. "Daardoor krijgen kinderen met een lager gewicht mogelijk te veel en kinderen met een hoger gewicht mogelijk te weinig antibiotica.".

"In de loop der jaren werden al meerdere initiatieven genomen om het gebruik in Belgische ziekenhuizen te verminderen, maar uit mijn analyses van de verbruikte hoeveelheden blijkt dat de meeste daarvan weinig invloed hadden", klinkt de conclusie.

bron: Belga