Naomi Watts: "Ik maakte per e-mail ruzie met Matthew McConaughey"

David Lynch, Woody Allen, David Cronenberg, Michael Haneke... Het lijstje van regisseurs waar Naomi Watts mee heeft samengewerkt, leest als een ‘best of' van een paar decennia arthouse. Met Gus Van Sant mag ze nu nog een klinkende naam bijschrijven op haar cv. Dat ‘The Sea of Trees' – over een man die zich in een Japans bos van het leven wil beroven – in Cannes op boegeroep werd onthaald, laat de Australische actrice niet aan haar hart komen.
door
Liesbeth
Leestijd 4 min.

U speelt Joan, de vrouw van de suïcidale Arthur. Wat trok u aan in haar verhaal?

Naomi Watts: "Ik vond het een heel krachtig verhaal, omdat het van alle tijden is. Het gaat over drie thema's die ons blijven bezighouden: leven, dood en liefde. De relatie tussen Joan en Arthur is heel stormachtig. Er hangt voortdurend drama in de lucht, haat en liefde wisselen mekaar af. Het script deed me een beetje denken aan ‘Who's Afraid of Virginia Woolf?'."

Dat Gus Van Sant de film regisseerde, vond u wellicht ook niet oninteressant?

"Absoluut. Ik heb altijd heel veel geluk gehad met de regisseurs met wie ik heb mogen samenwerken, en daar ga ik ook altijd heel bewust naar op zoek. Want pas als je de regisseur blind vertrouwt, kun je je volledig aan hem overgeven. Grote filmmakers zijn voor mij als leraars. Gus ook. Hij heeft zoveel goede films gemaakt: ‘My Own Private Idaho', ‘To Die For', ‘Elephant'... Hij raakt altijd gevoelige onderwerpen aan, en haalt het beste in acteurs naar boven."

Hoe hebt u zich voorbereid op de heftige ruziescènes met Matthew McConaughey?

"Toen ik op de set arriveerde, hadden Matthew en co al een paar weken gedraaid in Japan. Dat is een raar gevoel, een beetje alsof je voor het eerst naar een nieuwe school gaat – en ik kan het weten, want dat heb ik vaak genoeg moeten doen in mijn leven. (lacht) Het is dan zoeken naar een evenwicht tussen in de groep opgaan en toch jezelf blijven. Bovendien was er geen tijd om met Matthew te repeteren. Gelukkig had hij me enkele weken voor de opnames gecontacteerd per e-mail, om alvast eens kennis te maken. Waarop ik heb teruggeschreven: ‘Zou je het een goed idee vinden om elkaar van nu af aan mails te sturen in naam van onze personages?' Hij antwoordde meteen: ‘Schrijf me zo vaak als je wil, Joan. Liefs, Arthur.' Dat was een kippenvelmoment – plots waren we onze personages geworden. Zes weken hebben we heen en weer geschreven. Soms drie keer per dag, maar soms ook een paar dagen niet. Dan volgde er een discussie: ‘Kijk, ik begrijp dat je me even niet wilde horen, maar wil je er nu alsjeblieft mee ophouden, en ook eens proberen om het van mijn kant te zien?' (lacht) Net zoals een ruziënd koppel! Voor we het wisten, stuurden we mekaar epistels van drie bladzijden, waarin we ons afvroegen: ‘Hoe is het zo fout kunnen gaan? Waarom doe je zo?' Maar soms sprak ik ook lieve berichten in op zijn voicemail: ‘Je bent ver weg, maar in gedachten ben ik bij je'. Enfin, redelijk persoonlijke dingen." (lacht)

Is dat uw normale aanpak?

"Nee, het was de eerste keer dat ik het zo deed. Ik kreeg het idee omdat ik gehoord had dat Matthew altijd heel erg van binnenuit werkt. Dit leek me dan ook de perfecte manier om onze personages wat meer diepte te geven, een stevig fundament. En het heeft gewerkt, want toen ik halverwege de opnames op de set verscheen, voelden we meteen dat er tussen ons al iets meer was dan wat er in het scenario stond."

Als u zo diep in de huid van uw personage bent gekropen, was het dan niet moeilijk om het weer van u af te schudden wanneer u 's avonds thuiskwam?

"Nee. Ik praat thuis wel eens over mijn werk met mijn vriend (acteur Liev Schreiber, red.) – hij is daarvoor de perfecte persoon. Maar voor de rest hou ik werk en privé strikt gescheiden. Voor ik kinderen had, durfde ik mijn rollen wel eens mee naar huis te nemen. (lacht) Maar dat wil ik nu niet meer. Vanaf dat ik binnenkom, draai ik de knop in mijn hoofd om. Mijn kinderen hebben geen boodschap aan het personage dat ik op dat moment aan het spelen ben. Zij willen gewoon hun mama."

Joan en Arthur zijn een koppel in volle midlifecrisis. In ‘While We're Young' speelde u onlangs iets vergelijkbaars met Ben Stiller – maar dan wel op een komische manier. Toeval?

"Nee, ik denk dat de rollen die je speelt, altijd voor een stuk weerspiegelen waar je in het echte leven mee bezig bent. Om me heen zie ik veel vrienden die zo'n midlifecrisis beleven, waarin ze niet alleen hun verleden evalueren, maar zich ook zorgen maken over de toekomst. Ze worstelen met de grote vragen: ‘Is dit het nu? Heb ik de juiste keuzes gemaakt? Is mijn leven geworden wat ik gehoopt had?'"

Uw vrienden worstelen daarmee, maar uzelf niet?

"Natuurlijk wel. Iedereen gaat vroeg of laat door zo'n fase heen, of je dat nu leuk vindt of niet. Het zou pas vreemd zijn als je nooit eens zou stilstaan om de balans van je leven op te maken."

Door Lieven Trio

Foto's SND