Europees Parlement verleent veiligheidsdiensten toegang tot passagiersgegevens

door
Belga
Leestijd 2 min.

Na vijf jaar verhitte debatten heeft het Europees Parlement vandaag in Straatsburg ingestemd met een richtlijn die de nationale ordediensten toegang verstrekt tot de passagiersbestanden van luchtvaartmaatschappijen. De Europese regeringen bestempelen die gegevens als een belangrijke informatiebron om terrorisme te bestrijden, de tegenstanders laken de gevolgen voor de privacy en twijfelen aan de doeltreffendheid van de maatregel. De richtlijn, die met 461 tegen 179 stemmen werd goedgekeurd, verplicht de luchtvaartmaatschappijen om de passagiersgegevens uit hun reservatiebestanden (Passenger Name Record, PNR) over te maken aan een zogenaamde Passenger Information Unit (PIU) die elke lidstaat uit de grond moet stampen. Veiligheidsdiensten belast met de bestrijding van terrorisme en zware misdaad kunnen zo toegang krijgen tot namen, adressen, bagage, reisschema's, kredietkaarten...

De verplichting geldt enkel voor vluchten van en naar de Europese Unie, maar de lidstaten kunnen ervoor kiezen om ook gegevens van intra-Europese vluchten op te slaan. De PIU's slaan de data voor vijf jaar op. Na een periode van zes maanden worden de gegevens wel gemaskeerd, of 'anoniem' gemaakt. Een andere maatregel die de bescherming van de gegevens moet versterken, is de verplichte aanstelling van een bevoegd officier bij elke PIU.

Over de invoering van een PNR-systeem is vijf jaar onderhandeld tussen de lidstaten en het Europees Parlement. Na de terroristische aanslagen in Parijs en Brussel hebben de regeringen de druk op Straatsburg echter fors opgeschroefd. De Britse conservatief Timothy Kirkhope, die het dossier doorheen het parlement loodste, gaf deze week nog aan dat de regeringen quasi onmiddellijk willen beginnen met de uitrol van het systeem. Ook in België is al met de voorbereiding gestart.

Veiligheidsdiensten krijgen dus een nieuw instrument om te anticiperen op vertrek of aankomst van personen met een risicoprofiel en om verdachte reispatronen op te sporen. Criticasters betogen dat de massale gegevensopslag duur en inefficiënt is. Ze wijzen er ook op dat de recente aanslagen eerder aantonen dat nationale veiligheidsdiensten te weinig informatie met elkaar uitwisselen. Ook deze gegevens zullen lidstaten enkel op verzoek aan elkaar doorspelen.

bron: Belga