Karadzic veroordeeld tot 40 jaar cel

De voormalige Bosnisch-Servische leider Radovan Karadzic is door het Joegoslaviëtribunaal in Den Haag veroordeeld tot veertig jaar cel wegens volkerenmoord in Srebrenica en oorlogsmisdaden elders in het land. Zijn advocaat heeft laten weten in beroep te gaan tegen het vonnis.
door
Jolien
Leestijd 2 min.

Radovan Karadzic was leider van de Bosnische Serviërs tijdens de Bosnische burgeroorlog, waarin tussen 1992 en 1995 meer dan 100.000 doden vielen. Bijna acht jaar na zijn arrestatie heeft het Joegoslaviëtribunaal in Den Haag hem veroordeeld wegens misdaden tegen de menselijkheid en de etnische zuivering in Oost-Bosnië. Volgens de Zuid-Koreaanse rechter O-gon Kwon was er onvoldoende bewijs dat Karadzic en zijn handlangers verantwoordelijk is voor genocide in verschillende oost-Bosnische steden. Wel wordt hij verantwoordelijk gehouden voor misdaden tegen de menselijkheid en etnische zuivering in die gebieden van Bosnische Kroaten en Bosnische moslims.

Levenslang

De straf die de Zuid-Koreaanse rechter Kwon O-gon hem namens het tribunaal oplegde, staat praktisch gezien gelijk aan levenslang. De 70-jarige politicus en psychiater komt waarschijnlijk nooit meer vrij. In 2014 had de aanklager had levenslang geëist. Karadzic heeft steeds ontkend iets van de moordpartijen op grote schaal te hebben geweten. Hij beweert dat ze voor hem verborgen zouden zijn gehouden.

Karadzic en zijn Servische Democratische Partij hadden maar één doel voor ogen: een eigen Servische republiek in Bosnië: de Republika Srpska, dei nauwe banden zou onderhouden met Servië. Hierdoor kwam er een enorme etnische zuivering op gang. Alle Bosnische Kroaten en moslims die in Servisch gebied woonden, moesten vertrekken, met een lange reeks gruwelijkheden tot gevolg.

Beroepsprocedures

Eind 1995 kwam een einde aan de oorlog op de Balkan en kort daarna was Karadzic van de aardbodem verdwenen. Pas in 2008 kon hij worden aangehouden. Dat het acht jaar heeft geduurd vooraleer de rechters tot een oordeel konden komen, is te wijten aan de uitgebreide beroepsprocedures die een verdachte al tijdens het proces kan aanspannen, waar nu ook gebruik van wordt gemaakt.

Foto AFP / M. Kooren