Waarom het glas beter halfleeg is dan halfvol

door
Roald
Leestijd 2 min.

Het categoriseren van mensen bestaat al sinds het begin der tijden. Eeuwenlang hebben we manieren gevonden om persoonlijkheden vast te pinnen en ze tegeneover elkaar te zetten. Je hebt de goede en de slechte, de rijke en de arme, de mooie en de lelijke, de optimist en de pessimist. Ook Woody Allen deed er aan mee: "Life is divided in the horrible and the miserable."

Pessimisten stonden altijd aan de donkere kant. De slechte kant, de kant die mensen beschrijft die ongelukkig zijn. Optimisten waren echter altijd de favoriet. Zij zijn positief en hebben een hoopvolle levensvisie. Zij zijn degenen die constant positief denken en complimenten kregen voor hun hoopvolle levenswijze. Zij zijn de voorbeelden die we moeten volgen.

Of pessimisme aangeboren of aangeleerd is, is zoiets als uiterlijk, we kunnen het niet altijd zelf kiezen. Of ze nu pessimisten werden door de bitterheid van het leven of omdat ze geboren zijn met bitter bloed, ze zijn er niet per se ongelukkiger om.

Eigenlijk blijken pessimisten gelukkiger te zijn dan de krampachtig glimlachende optimist en dat komt omdat pessimisten ellende begrijpen en ervan leren. Ze zien de donkere kant van het leven, maar dat betekent niet dat ze ongelukkig zijn. Het betekent dat ze weten waarom ze gelukkig zijn als ze gelukkig zijn en ze weten hoe ze zich moeten voorbereiden op ellende.

Het is gemakkelijk om te hopen op het beste, maar het is veel moeilijker om de waarheid in de ogen te kijken. Alle pessimisten zijn het er over eens dat het beter is om een eerlijke martelaar te zijn dan een dwaas die aan waanvoorstellingen lijdt.

Dieptepunten raken hen harder

Door voortdurend te geloven dat alles wel goed zal komen in het leven, hebben optimisten het erg moeilijk met het herstellen van dieptepunten in het leven. Ze denken niet aan een plan B en ze bereiden zich meestal alleen voor op een best-case scenario. In plaats van geconfronteerd te worden met de waarheid van de mogelijke uitkomsten, bouwen ze een valse realiteit op, waardoor een verkeerde uitkomst veel moeilijker te verteren wordt.

Ze leven met te grote verwachtingen

Verwachtingen zijn de wortels van alle hartzeer. Jezelf voorhouden dat dingen zus en zo zullen lopen, zijn de meest zekere manier om op een teleurstelling te botsen. Als je geen te grote verwachtingen koestert, zul je nooit depressief worden. Als je geen grootse dingen verwacht van de wereld, zul je nooit eindigen met het gevoel verraden te zijn.

Ze voelen zich niet comfortabel met hun onvrede

Ongelukkig zijn, is een deel van het leven dus iedereen krijgt er vroeg of laat mee te maken. Pessimisten kunnen dat ongeluk beter verwerken. Deels omdat ze het verwachten en deels omdat ze weten dat er nog meer zal volgen. Ze zijn in staat om te gedijen in ongelukkige periodes terwijl optimisten wegzakken en dromen over een betere tijd.

Het glas is dus toch beter halfleeg dan halfvol.