Oefening baart GEEN kunst volgens nieuw wetenschappelijk onderzoek

door
Roald
Leestijd 1 min.

 Eeuwenlang woedt al het debat over de vraag of muzikanten, topsporters en academici met hun talent geboren zijn of dat ze 'gemaakt' werden door jarenlange intensieve oefening. In een poging om dit debat voor eens en voor altijd te beëindigen hebben onderzoekers 88 vroegere studies over nature vs nurture bekeken en vergeleken en ze zijn tot de conclusie gekomen dat oefening niet altijd kunst baart.

Hoewel oefening een vaardigheid positief kan verbeteren, speelt het slechts een kleine rol in hoe bedreven iemand is. En dat geldt vooral voor schoolwerk en in een normale job. Brooke Macnamara, professor psychologie aan de Princeton University in de Verenigde Staten zei dat oefening ongetwijfeld belangrijk is, maar lang niet zo belangrijk als vroeger werd aangenomen.

De onderzoekers namen 88 studies en voerden een 'meta-analyse'. Dat is een bundeling van alle gegevens uit de onderzoeken om te zoeken naar specifieke patronenBijna alle studies toonden een positieve relatie tussen oefening en prestaties: hoe meer mensen oefenden des te hoger niveau ze konden halen tijdens wedstrijden, concerten, etc.

Maar over het algemeen, was de oefening slechts goed voor ongeveer 12% van de individuele verschillen in de waargenomen prestaties tijdens de verschillende activiteiten in vergelijking met aangeboren talent. Dat steeg tot 26% in games en bijna 21% voor het bespelen van een muziekinstrument. Voor sport was dat amper 18% en voor schoolwerk was het nog minder. Oefening zorgde maar voor een verbetering van vier procent in de prestaties op school. Op het werk was dat zelfs minder dan een procent.

De resultaten bleken ook zwakker te worden als oefening en prestatie op zeer precieze wijze werden gemeten. Bijvoorbeeld door het bijhouden van de trainingstijd en gestandaardiseerde prestatiemaatstaven. Macnamara voegde daar aan toe dat er geen twijfel bestaat over het belang van oefening, zowel vanuit statistisch als theoretisch perspectief, maar dat het wel minder belangrijk is dan vroeger werd aangenomen. Voor wetenschappers is er nu de vraag wat er buiten talent en oefening invloed uitoefent op prestaties.

De onderzoekers speculeerden dat de leeftijd waarop een persoon bij een bepaalde activiteit wordt betrokken, van belang kan zijn en dat bepaalde cognitieve vaardigheden, zoals werkgeheugen, ook een invloedrijke rol spelen op de prestaties. Ze zijn nu van plan een tweede meta-analyse te starten waarbij specifiek gelet wordt op oefening in sport en de rol van deze en andere factoren.