“Vrouwen moeten meer in zichzelf geloven”

Vandaag is het Internationale Vrouwendag.  Buitengewoon hoogleraar gynaecologie aan de Universiteit Gent, vruchtbaarheidsspecialiste bij UGent en Groen-politica Petra De Sutter leefde jarenlang als vrouw in een mannenlichaam. Na veertig jaar besloot ze zich te bevrijden en de transitie te maken. Dagelijks werkt ze met vrouwen en strijdt ze voor gelijke rechten. Haar verhaal tekende ze op in het boek ‘[Over]Leven'. “Ook België heeft nog een hele weg af te leggen.”
door
Heleen
Leestijd 6 min.

Wat betekent vrouwendag voor u?

Petra De Sutter: “Voor mij is het een heel symbolische dag. Ik heb ook in mijn vorig leven altijd een goede band gehad met vrouwen. Na mijn transitie zeiden veel vrouwen dat het duidelijk werd waarom het zo klikte tussen ons. Ook in mijn pubertijd kwamen meisjes bij mij hun hart luchten of uithuilen bij liefdesverdriet. Ik wist toen nog niet wat er aan de hand was en onderdrukte die gevoelens. Gelukkig heb ik de stap gezet en me bevrijd uit die situatie. Ik ben ook altijd overtuigd feministe geweest. Als gynaecologe en politica zit ik in een parlementaire groep die zich bezighoudt met seksuele en reproductieve rechten. We strijden voor recht op contraceptie, tegen vrouwenbesnijdenis, tegen gedwongen kindhuwelijken, tegen geweld tegen vrouwen, enzovoort. Hoewel het in andere landen veel schrijnender is, hebben we ook in België nog een hele weg af te leggen.”

Wat zijn nog de grootste problemen in ons land?

“Vrouwen hebben het nog altijd moeilijker om hogerop te geraken. Ze stoten te vaak op een glazen plafond. Tot op een bepaald niveau lukt het wel, maar bij de raden van bestuur en beleidsorganen - de plaatsen waar beslissingen worden genomen - zitten nog altijd weinig vrouwen. Dat is niet zo op onze universiteit voor wat betreft de raad van bestuur. Maar slechts 10% van de mensen die als gewoon hoogleraar benoemd worden zijn vrouwen. De enige manier om van dat glazen plafond af te geraken, is quota invoeren. Als dat systeem er eenmaal is, zullen andere vrouwen ook meer gemotiveerd worden om hogerop te klimmen.”

Ligt het probleem ook bij de vrouwen zelf?

“Ze moeten meer in zichzelf geloven. Zo moeten we op de universiteit jonge getalenteerde vrouwen nog vaak pushen om bijvoorbeeld te doctoreren. Ze twijfelen vaak aan zichzelf. Straks willen ze misschien kinderen en dat valt volgens velen moeilijk te rijmen met een carrière. Dat krijgen we er van jongs af aan ingepeperd. We moeten faciliteiten inbouwen zodat de kinderen daar niet onder lijden. Dat is natuurlijk een hele uitdaging en lukt vaak niet. Maar wanneer een zogenoemde carrièrevrouw geen kinderen meer kan krijgen omdat ze te lang gewacht heeft, krijgt ze het verwijt dat het haar fout is. Er zijn heel wat elementen die daar invloed op hebben. Zo hebben ze niet altijd een partner waarmee ze kinderen willen krijgen. Moeten de vrouwen dan thuis aan de haard zitten breien en wachten tot ze de juiste partner tegenkomen? Natuurlijk willen jonge vrouwen studeren en werken. En natuurlijk kunnen ze carrière maken als ze goed zijn. Als ze toch geen partner vinden, krijgen vrouwen steeds vaker alleen kinderen met spermadonor. De voorbije tien jaar is dat geboomd. De allernieuwste hype is het invriezen van eicellen, zodat ze nog even kunnen wachten tot de juiste partner hebben gevonden.”

Is dat een goede evolutie?

“Het is goed dat die mogelijkheden bestaan, maar we moeten ze op de juiste manier gebruiken. Het mag niet voorgesteld worden als verzekering waardoor je nog meer redenen hebt om je kinderwens uit te stellen. Het blijft een kansspel. De eicellen kunnen het niet overleven of je wordt niet altijd zwanger. Bedrijven als Apple of Facebook betalen die ingreep voor hun vrouwelijke werknemers. Het is een soort extralegaal voordeel, zoals een bedrijfswagen. Al vrees ik dat ze dat niet uit puur altruïsme doen. Ze willen de vrouwen eigenlijk ontraden zwanger te worden tijdens hun meest productieve jaren, wat ook hun meest reproductieve jaren zijn. Wat gebeurt er dan op hun veertigste? Gaan de bedrijven die vrouwen dumpen met twintig eicellen? Of wat als die vrouwen toch per ongeluk spontaan zwanger worden? Moeten ze die behandeling dan terugbetalen? Ze kunnen veel beter zorgen voor kinderopvang, maar dat doen ze nu ook al.”

Een ander probleem dat je in je boek aankaart, is dat de samenleving te veel in hokjes denkt. We moeten op iedereen een label kunnen plakken.

“De eerste vraag die je na een geboorte krijgt is: is het een jongen of een meisje?' Dat wordt een probleem als je niet helemaal in een van die hokjes past. We geven al van bij de geboorte jongens en meisjes ideeën, vooroordelen en clichés mee. Daar is zeker een biologische basis voor is – meisjes zijn nu eenmaal sneller een zorgend type dan mannen– maar we versterken dat zodat mensen die zich daarin niet herkennen toch verplicht worden om zich in dat keurslijf te wringen. Ik pleit niet voor genderneutraalheid, want mannen en vrouwen zijn niet gelijk en seksloos. Het is goed dat die diversiteit er is, maar er moet een vrijheid zijn om de grenzen te overbruggen. Wie niet helemaal in een bepaald hokje past, moet de kans krijgen om te ontdekken waar hij zich wel goed bij voelt, zonder meteen in het andere hokje geduwd te worden.”

 

Het taboe wordt stilaan doorbroken. Steeds meer mensen durven met hun verhaal naar buiten komen. Merkt u dat ook?

“Absoluut. Dat is ook dankzij Caitlyn Jenner en Franky en Kaat uit ‘Thuis'. Door meer bekendheid te geven aan genderidentiteit vinden mensen gemakkelijker de weg naar de hulpverlening. Ouders zullen misschien sneller merken dat hun kind niet gelukkig is en ontdekken wat er aan de hand is. Zo wordt de schade beperkt. Ik ben blij dat mensen die hetzelfde meemaken als ik al op jonge leeftijd tot de juiste conclusie komen, de nodige hulp krijgen en een normaal leven kunnen leiden. Heel wat mensen putten uit mijn verhaal moed om hun eigen problemen aan te pakken. Dus in dat opzicht is het goed dat ik ermee naar buiten ben gekomen, hoewel ik nu mijn anonimiteit kwijt ben. Ik heb nooit dé bekendste transvrouw van België willen zijn, zoals ik wel eens genoemd word.”

Mensen hebben misschien gewoon nood aan een rolmodel?

“Klopt, maar eens je je als transgender out, word je enkel nog op die manier bekeken. Ik ben ook arts en politica.”

Als politica kan u actief bouwen aan een betere maatschappij. Want ook in België zijn er nog veel obstakels voor transgenders, toch?

“Een probleem is zeker nog de verplichte sterilisatie. Om juridisch van geslacht te kunnen veranderen, mag je niet meer in staat zijn om kinderen te krijgen of te verwekken. Want wat moeten we doen als een juridische vrouw vader zou zijn, of omgekeerd? In andere landen worstelt men daar niet meer mee, maar hier blijft het aanslepen. De verplichting om geen kinderen meer te kunnen krijgen, is een schending van de mensenrechten. De raad van Europa heeft dat vorig jaar in een resolutie bevestigd. In landen als Zweden, Malta en Argentinië kan je gewoon naar de burgerlijke stand gaan om van geslacht te veranderen. Wat er in je broek zit, gaat niemand iets aan. Wat telt is hoe je jezelf voelt en daar kan je volgens mij alleen zelf over oordelen. In ons land moet nog steeds een psychiater bevestigen dat je een transgender bent. Sommigen willen als vrouw leven en borsten hebben, zonder hun geslachtsorganen kwijt te geraken. Voor hen is een chirurgische ingreep niet nodig, een hormonenbehandeling is voldoende. Ze willen niet van het ene hokje in het andere gestopt worden. Ze kunnen zich noch man noch vrouw, of net alle twee voelen. We zouden onze maatschappij moeten aanpassen aan die realiteit. Daarom moet de wetgeving veranderen. Staatssecretaris voor Gelijke Kansen Elke Sleurs en minister van Justitie Koen Geens zeggen al de hele legislatuur dat ze dat gaan doen, maar we blijven voorlopig nog wachten.”

Heleen De Bisschop

Foto D. Van Zeebroeck