Vijf tips voor een betere nachtrust

Ligt er een erwt onder jouw matras?

Kies een bed dat het juiste comfort biedt. Daarbij is het belangrijk dat de matras je ruggengraat laat rusten en dat het bed groot genoeg is om in te kunnen draaien. We draaien namelijk nogal vaak in ons bed ‘s nachts: gemiddeld zo’n dertig tot veertig keer. Zorg dus dat je voldoende ruimte hebt.

Eet ‘s morgens als een keizer, ‘s middags als een koning en ‘s avonds als een bedelaar

Een stevige pizza verorberen vlak voor je gaat slapen is geen goed idee. Je lichaam moet namelijk veel moeite doen om zo’n maaltijd te verteren. Kies daarom ‘s avonds voor een lichtere maaltijd en ‘s middags voor een warme maaltijd die voldoende vult.Vermijd ook om grote hoeveelheden water te drinken voor je gaat slapen om te voorkomen dat je s’nachts opstaat om te gaan plassen.

Saai maar waar: volg een vaste routine

Breng regelmaat in je slaapritme door telkens op hetzelfde uur op te staan en te gaan slapen. Je lichaam zal langzaam maar zeker gewend raken aan het ritme en voor je het weet val je in een routine. Dat maakt het gemakkelijker om elke avond rond dezelfde tijd in slaap te vallen.

Blijf niet piekeren in bed

Probeer te ontspannen voor het slapengaan: maak een korte avondwandeling of geniet van een warm bad. Op die manier breng je je lichaam in een relaxmodus waardoor je minder piekert. Lukt het toch niet om in slaap te vallen? Blijf dan niet liggen, maar kruip dan weer uit je bed. Het is beter om even iets anders te doen: lees een boek, luister naar ontspannende muziek, ... Na twintig minuten probeer je het dan opnieuw.

Voldoende zonlicht tijdens de dag

Zorg voor voldoende zonlicht tijdens de dag. Daardoor maakt je lichaam cortisol aan, een hormoon dat je slaap- en waakritme controleert. Zet ten slotte overdag je raam op een kier zodat je kamer goed verlucht is voor dat je gaat slapen. De frisse lucht zal je goed doen.