SOUNDCHECK. Balthazar kondigde met "toepasselijke" single 'Losers' zijn vijfde worp aan: "De entertainmentsector is de loser van heel de hoop"

Balthazar heeft sinds zijn oprichting in 2004 Europa veroverd met aanstekelijke indiepoprock. Met smakelijke singles als ‘Fifteen Floors', ‘Bunker' of ‘Fever' speelde de band vorig jaar nog festival na festival plat, waaronder een vijfsterrenset op Rock Werchter. Dit jaar moesten Maarten Devoldere, Jinte Deprez, Simon Casier, Michiel Balcaen en Tijs Delbeke noodgedwongen de pauzeknop indrukken – al waren ze sowieso al van plan om het rustiger aan te doen. Met de release van hun vijfde langspeler in het verschiet sprak Metro met zanger, songwriter en gitarist Jinte Deprez. «Iedereen wordt overvallen door de rusteloosheid die deze zeeën van tijd met zich meebrengen.»
door
quentin.soenens
Leestijd 1 min.

Dag Jinte. Wat mij meteen opviel aan de nieuwe plaat: die albumcover. Vanwaar de keuze voor die bizarre figuur?

Jinte Deprez (foto tweede van rechts): «We vonden het in eerste instantie een heel intrigerend en knoddig beeld. Tijdens het maakproces van de plaat verzeilde het naar de achtergrond, totdat we het weer oprakelden toen we bezig waren met de lyrics af te werken en de albumtitel te kiezen. Het standbeeld is ‘The One Who Waits' getiteld. De uitleg van de artiest, de Nederlandse kunstenares Margriet van Breevoort, is dat het beeld belichaamt hoe ongemakkelijk het voelt als je ergens gedwongen moet wachten. Daarmee vielen alle puzzelstukjes op hun plaats voor ons. Het is namelijk opvallend hoe we alle teksten in een tijdscontext geplaatst hebben. We waren heel bewust van tijd, de onrust, het ongeduld en de snelheid van de tijd: dat was de rode draad.»

Vanwaar de albumtitel ‘Sand'?

«Dat heeft alles met een zandloper te maken. Zand in een zandloper symboliseert tijd.»

‘Sand' schijnt jullie meest coherente album tot dusver te zijn. Kan je dat toelichten?

«Toen ‘Fever' uitkwam waren we van zin om snel een nieuwe plaat te maken. Het groovy aspect van ‘Fever' wilden we verder uitdiepen voor onszelf. In vergelijking met ‘Fever' moesten we voor ‘Sand' minder een richting zoeken. Het was voortbouwen op hetgeen we al aangeboord hadden. Minder bricoleren dus, alles verliep meer organisch.»

Het album gaat dus door op hetzelfde elan van zijn voorganger?

«Het is nóg dansbaarder en groovyer. Vroeger, ten tijde van ‘Rats', legden we meer jazzy accenten en was het geheel gepolijster, terwijl ‘Sand' iets hoekiger is. We hebben voor het eerst met vrouwelijke backings gewerkt. De coronacrisis heeft een rol gespeeld in de sound: vermits we niet allemaal tezamen de studio in mochten, zijn we guller geweest met de elektronische saus over de plaat: meer drumsamples en meer synthesizers.»

Het thema van het album is rusteloosheid, niet in het moment kunnen zijn en achterdocht voor de toekomst. Dat klinkt brandend actueel in deze coronatijden. Is het album geënt op de actualiteit?

«Nee, de timing is eigenlijk puur toevallig. Het album komt op een gek moment uit, maar dat was niet gepland. We bezingen onze levensstijl, zonder actuele knipoog. Het is wel grappig hoe de plaat nu inderdaad toepasbaar is op de actuele context. Iedereen is als het ware verplicht om te wachten en wordt overvallen door de rusteloosheid die die zeeën van tijd met zich meebrengen.»

Het album is dus autobiografisch?

«Iedere plaat van ons is deels autobiografisch. Daarnaast draait ‘Sand' ook rond de inconsequentie van menselijke gevoelens over tijd. Onze ervaring met tijd is subjectief: we beleven tijd allemaal anders.»

 

 

Om daarop in te pikken: hoe maken jullie deze barre coronatijden door? Slaat de verveling soms toe?

«Wel, dit najaar gingen we voor de eerste keer in tien jaar een pauze inlassen van een half jaar. Het is nu ongewild een langere pauze geworden. (lacht) We zouden even niet meer op tournee gaan en het iets rustiger aan doen. Het tourtempo van vroeger kunnen we niet meer volhouden. We hebben nu zelfs geen tour aangekondigd voor de release van ‘Sand'.»

«De adempauze doet ons nu deugd. Het voordeel is dat we meer tijd kunnen doorbrengen met onze levenspartners, vriendinnen en vrienden. Maar als de plaat binnenkort uitkomt, gaat het wel weer beginnen kriebelen om live te spelen. Ons laatste optreden dateert van begin maart in Kopenhagen, de eerste lockdown volgde twee weken later. We hebben nog net de clubtour van ‘Fever' kunnen afwerken, terwijl veel andere artiesten in die periode klaarstonden om aan hun tournee te beginnen. In dat opzicht mogen we onze pollekes kussen.»

Jullie bestempelden de single ‘Losers' als toepasselijk, want de muzieksector heeft het gevoel stiefmoederlijk behandeld te worden door de overheid in deze coronapandemie. Krijgen jullie te weinig perspectief van de overheid?

«We hebben inderdaad het gevoel dat de entertainmentsector de loser is van den hoop. Kunst wordt bestempeld als een ontmoetingsplaats – wat ik persoonlijk kort door de bocht vind – en dus is het onveilig. Het medium van kunst wordt te eng bekeken. Ik denk ook dat de communicatie en dialoog met onze sector beter kon. Maar zoals het in 'Losers' luidt: ‘We are losers on the verge of something great'.»

Dus er komt binnenkort iets grandioos aan?

(lacht) «Daarvoor zijn we het toch aan het doen.»

In februari gaven jullie nog een felgesmaakte concertreeks in het Koninklijk Circus. Kun je evenveel genieten van een concert voor pakweg 200 man als van een optreden voor een volgepakt Koninklijk Circus?

«Coronaproof spelen voor halflege zalen is minder aangenaam voor ons. Als het publiek zo ver van elkaar zit, is het heel moeilijk om een connectie en samenhorigheidsgevoel te creëren. Zeker met onze muziek.»

Zouden jullie bedanken voor een coronaproof optreden?

«Ik denk het wel. Liever terugkomen als we weer voor volle zalen mogen optreden. Het is megaschoon dat er voor de tweede lockdown onder welbepaalde omstandigheden nog optredens konden plaatsvinden, maar het was uiteraard niet hetzelfde.»

Bedankt om kostbare tijd vrij te maken voor ons, en proficiat met de nieuwe plaat!

Quentin Soenens

‘Sand' verschijnt op 29 januari bij PIAS.