"Situatie van hulpverlening in Syrië op slechtste niveau sinds 2015"

door
Belga
Leestijd 2 min.

In Syrië is sinds eind november geen enkel hulpkonvooi meer tot bij de mensen in de belegerde dorpen geraakt. Dat heeft noodhulpcoördinator van de Verenigde Naties Jan Egeland gezegd. "De situatie was nooit zo erg sinds we in 2015 aan het werk zijn gegaan", aldus Egeland. Het is de eerste keer dat de regering twee maanden lang alle aanvragen voor de toegang van konvooien naar de meest behoeftige mensen heeft afgeblokt. En ook aan de kant van de rebellen is er nauwelijks medewerking.

"We geraken echt nergens op dit moment", aldus Egeland. "Er worden aan beide zijden geen resultaten bereikt." De VN-gezant wijst ook met de vinger naar landen Rusland en Iran, die het Syrische leger steunen, en Turkije, dat banden heeft met de oppositie.

"Ik ben deze tegenargumenten zo beu, dat al deze mannen in kantoren, deze mannen in kostuums en uniformen geen konvooien toelaten in belegerde gebieden", aldus de VN-gezant. Hij voegt wel toe dat de situatie in de bezette gebieden schrijnend is, maar dat hulporganisaties wel miljoenen mensen hebben kunnen helpen in andere regio's.

De humanitaire werkgroepen van de VN maken zich ook grote zorgen over de situatie van de burgers in Afrin, waar Turkije op 20 januari een militair offensief startte tegen de Koerdische militie YPG.

Egeland riep ook op tot een tijdelijk staakt-het-vuren in Idlib, een provincie in het noorden van het land waar hevig gevochten wordt tussen troepen van de regering en van de oppositie. In Idlib zijn 1,2 miljoen van de 2,4 miljoen inwoners ontheemd. "De situatie schreeuwt om een wapenstilstand", aldus Egeland. "Het is onmogelijk om op een conventionele manier oorlog te voeren in een regio die eigenlijk een vluchtelingenkamp is."

bron: Belga