Pendelaar van de week: "Mijn thuisland bestaat alleen in mijn dromen"

door
Mare
Leestijd 2 min.

Elke week grijpt Metro een pendelaar bij de kraag voor een kort gesprek. Achter elke anonieme reiziger schuilt immers een verrassende persoonlijkheid. Deze week is het de beurt aan Mohamed Sultan, een 24-jarige student podiumtechnieken.

ZICHT

Ik zou heel graag naar Cuba reizen: de natuur is er prachtig en de mensen zouden ook heel sociaal zijn. Bovendien is Cuba het thuisland van Che Guevara, een man die dapper gestreden heeft voor vrijheid en gelijke rechten. Mensen die racistisch spreken, zijn in se niet dom – ze maken zichzelf dom door hun ogen te sluiten.

GEHOOR

Ik wou dat ik meer dan twee oren had, want ik ben verzot op muziek. Mijn smaak is heel uiteenlopend: de gevoelige jazz van Jef Neve, de mysterieuze muziek van de Palestijnse groep Le Trio Joubran, de liedjes van de bekende Syrische zangeres Lina Shamamian… Net als Stromae geeft zij altijd een boodschap mee in haar teksten.

SMAAK

Vroeger was ik een moeilijke eter, maar sinds ik in Syrië in de gevangenis heb gezeten wegens betogingen tegen president Assad eet ik alles. In mijn cel, die zich twee verdiepingen onder de grond bevond, moest ik eten met ratten naast mij. Het waren onmenselijke omstandigheden: ik was naakt vastgebonden en had geen benul van tijd.

TAST

Ik ben iemand die alles aanraakt en uitprobeert. Nu ik een opleiding volg bij de Pianofabriek in Sint-Gillis wil ik alle knopjes van een mengtafel leren kennen. Ik droom ervan om in de theaterwereld te werken. In Syrië heb ik gestudeerd voor acteur, maar dat kan ik niet bewijzen omdat ik mijn diploma niet heb meegenomen op de tocht naar België.

REUK

Ik hou van geuren die gezelligheid oproepen, zoals vers gebakken brood. Bij mij thuis brandt er daarom ook altijd wierook. Vooral de geur van jasmijn ruik ik graag. Vaak steek ik dan ook enkele kaarsen aan om een romantische sfeer te creëren.

ZESDE ZINTUIG

Ik heb een sterke verbeelding. Mijn thuisland bestaat alleen in mijn dromen. Syrië heb ik achtergelaten toen ik achttien was, en sindsdien heb ik een onbestemd gevoel als ik door de straten wandel. Maar soms, als ik een kindje zie glimlachen, dan krijg ik een vertrouwd thuisgevoel – al is dat voor heel even.

Tekst en foto Charlotte De Cort