Pendelaar van de week: Katrien Raes

Elke week grijpt Metro een pendelaar bij de kraag voor een kort gesprek. Achter elke anonieme reiziger schuilt immers een verrassende persoonlijkheid. Deze week is het de beurt aan Katrien Raes, een 25-jarige specialist fysische geneeskunde en revalidatie in opleiding.
door
Mare
Leestijd 2 min.

ZICHT

Loas is het mooiste land dat ik al gezien heb. De felle kleuren, de adembenemende watervallen en de energieke inwoners hebben de typisch Aziatische schoonheid die je in Thailand ook ziet, gecombineerd met een natuurlijke uitstraling. In Gent ga ik graag naar de Mosquito Coast: dankzij de wereldkeuken en het exotische interieur ben je in dat restaurant een beetje op reis in eigen land.

GEHOOR

Ik luister het liefst naar muziek waarop ik kan dansen. Als er een trouwfeest is in de familie, dan doen mijn moeder, mijn broer en ik – samen ‘The Cookies' – een Abba-act in glitterpakken. Elke keer opnieuw een schot in de roos!

SMAAK

Telkens als ik een mooie quote tegenkom, schrijf ik die woorden op in een boekje en maak ik er een tekening bij of doe ik er iets creatiefs mee. Ik vind dat je uit één zin een zo veel meer wijsheid kunt halen dan uit een hele tekst die iemand verkondigt om je te overtuigen.

REUK

Als ik 's morgens opsta, dan doe ik meteen het raam open om de koude lucht bewust in te ademen. Dat frisse gevoel in de neus vind ik heerlijk! En elke dag opnieuw geniet ik van het landschap dat voor mij ligt.

TAST

Als arts in wording wil ik mij meer toeleggen op manuele therapie. Dat wil zeggen dat je leert voelen met je handen waar iemand geblokkeerd zit, om vervolgens weer meer beweeglijkheid in het gewricht van de patiënt te krijgen. Je beeldt je als het ware in dat je handen doorlopen om de anatomie van het lichaam eronder beter te voelen.

ZESDE ZINTUIG

Vanuit mijn positieve ingesteldheid probeer ik altijd vriendelijk om te gaan met mensen. Het mooiste compliment dat ik ooit heb gekregen, kwam van een onbekende vrouw die mij aansprak: “Katrien, in jouw aanwezigheid alleen al zou je genezen.”

Tekst en foto Charlotte De Cort