Pendelaar Solenn: "‘Loterij' van Lil Kleine staat al dagen op repeat"

Elke week grijpt Metro een pendelaar bij de kraag voor een kort gesprek. Achter elke anonieme reiziger schuilt immers een verrassende persoonlijkheid. Deze week is het de beurt aan Solenn Veys, een 22-jarige studente criminologie.
door
Maarten
Leestijd 2 min.

ZICHT

Ik kijk heel erg op naar mijn mama. Haar visie op de mens is heel goedgelovig, soms zelfs op het naïeve af. Zij ziet altijd het goede in iedereen, terwijl ikzelf veel sceptischer ben. Daarom leer ik zoveel van haar. Hoewel ze al veel heeft meegemaakt, helpt ze iedereen er weer bovenop. Wanneer ze het zelf moeilijk heeft, houdt ze zich altijd sterk voor haar kinderen.

GEHOOR

Ik ben altijd wel verslaafd aan een bepaald liedje. Momenteel staat ‘Loterij' van Lil Kleine al dagen op repeat. Als ik zo'n nummer beu ben, schakel ik weer over op donkere techno. Wanneer ik alleen in de auto zit, dan luister ik bijvoorbeeld naar Alan Fitzpatrick, Adam Beyer of Johannes Heil. Voor de dansles die ik geef aan kindjes van het zesde leerjaar, moet ik net heel commerciële nummers kiezen met een happy sound. Dat houdt mijn muzieksmaak in balans.

SMAAK

Als klein meisje lustte ik niets. Ik heb zelfs eens twee maanden in het ziekenhuis gelegen omdat ik geen hap wilde eten. Rond mijn achttiende is dat gelukkig veranderd. Onder invloed van mijn broer, die chef-kok is van beroep, ben ik allerlei dingen beginnen te proeven. Ondertussen eet ik ook alles, behalve bananen. Mijn lievelingsgerecht? Asperges à la Flamande.

REUK

Ik kijk al uit naar de geur van het skihok waar iedereen zijn skischoenen dropt. Of je nu in Italië of Frankrijk gaat skiën, overal ruik je diezelfde typische vochtige zweetvoetengeur. Ook al is dat eigenlijk een regelrechte stank, toch associeer ik die met sport en gezelligheid. Ik hou er ook van om helemaal op mezelf te zijn tijdens het skiën. Ik verkies zelfs een skireis boven een zonvakantie!

TAST

Ik krijg instant kippenvel van alles wat een raar reliëf heeft of in grote hoeveelheden voorkomt. Een hoop mieren of wormen bijvoorbeeld - daar kan ik echt niet tegen. Van één larf trek ik mij niets aan, maar van vijftig larven die liggen te kronkelen op een hoopje ga ik echt bibberen. Dingen met gaten verdraag ik ook niet goed. Trypofobie heet die ‘aandoening'. (lacht)

ZESDE ZINTUIG

Ik ben iemand die altijd mensen wil helpen. Dat vind ik een dubbele eigenschap, want soms kom ik daardoor over als een bemoeial. Mijn papa wijst mij er vaak op dat ik te veel nadenk over andermans zorgen. Maar ik kan het niet helpen: in mijn bed pieker ik de hele tijd. Gelukkig verwerk ik ‘s nachts heel veel in mijn dromen.

Tekst en foto Charlotte De Cort