Pendelaar Santosh: "Mijn tolerantie voor pikant eten is genetisch bepaald”

Elke week grijpt Metro een pendelaar bij de kraag voor een kort gesprek. Achter elke anonieme reiziger schuilt immers een verrassende persoonlijkheid. Deze week is het de beurt aan Santosh Wuyts, een 28-jarige IT-medewerker en fotograaf
door
Janne
Leestijd 3 min.

ZICHT

Mijn enige herinnering aan India, voor ik geadopteerd werd, is een vaag beeld met ballonnen. Ik was pas 11 maanden, dus ik weet niet of dat beeld ook klopt. Een paar jaar geleden ben ik met een vriend voor de eerste keer terug naar India gereisd. Die reis wilde ik al lang doen. We hebben toen ook mijn weeshuis bezocht en hebben er een zuster ontmoet die mij nog verzorgd heeft. Ze herinnerde mij zelfs nog en kon het schriftje tonen waarin mijn naam stond en die van mijn ouders die me geadopteerd hebben.

GEHOOR

Ik let bijna nooit op de teksten van muzieknummers. Ik ben een grote jazzliefhebber en daar zijn teksten sowieso minder aanwezig. Zelf speel ik drum en piano. Dat lijkt misschien niet zo'n voor de hand liggende combinatie, maar toch helpt mijn drumervaring mij soms bij het pianospelen. Piano heb ik mezelf eerst aangeleerd, dat vergt wel wat discipline en tijd. Daarna heb ik ook nog online lessen gevolgd bij een Brit die naar Hongarije was verhuisd, zijn grote idool achterna, de componist Liszt.

SMAAK/SPRAAK

Het is een beetje een cliché, maar ik eet het liefst Indisch. (lacht) Door naar India te reizen en te zien hoe ze daar koken is die fascinatie alleen maar versterkt. De Indische gerechten die we hier kennen zijn meestal veel milder. Mijn tolerantie voor pikant eten is volgens mij genetisch bepaald. Ik ben er niet mee opgegroeid, want mijn ouders kookten nooit pikant. Mijn broer kan er nog beter tegen dan ik. Hij heeft al eens zonder problemen een Carolina Reaper-peper gegeten, de pikantste ter wereld.

REUK

Kruiden pletten met de vijzel en ze dan in het vuur gooien: de geuren die dan vrijkomen vind ik heerlijk! Onlangs gebruikte ik gerookt paprikapoeder tijdens het koken en die geur deed me meteen terugdenken aan de scoutskampvuren vroeger. Ik woon nu samen in een huis met drie vrienden die ik 20 jaar geleden bij de scouts heb leren kennen en waarmee ik samen ben opgegroeid. Elke avond eten we samen en we wisselen af wie kookt. We hebben onze eigen specialiteiten en inspireren elkaar met ingrediënten en recepten.

TAST

Mijn mama zegt dat ik mij onmiddellijk aan haar heb vastgeklampt toen ik uit het weeshuis kwam en me bijna meteen thuis voelde. Misschien dat ik daarom ook nooit de behoefte heb gehad om op zoek te gaan naar mijn biologische ouders. Ik zou ook niet weten wat ik tegen hen moet zeggen. Bij de eerste ontmoeting met mijn ouders, nam ik blijkbaar mijn mama haar oor vast tussen mijn vingers. Dat is iets tussen haar en mij, wat ik daarna nog heel lang ben blijven doen. Ook al lijkt het misschien iets vreemds.

ZESDE ZINTUIG

Als je met vier uiteenlopende karakters samenwoont, zijn er soms conflicten. Dat kan bijna niet anders, ook al zijn we goede vrienden. Ik denk dat ik dan degene ben die de kerk in het midden weet te houden, luistert naar de verschillende partijen en diplomatisch kan onderhandelen. Voor we gingen samenwonen hebben we even getwijfeld of het wel een goed idee was, net omdat we onze lange vriendschap niet op het spel wilden zetten. Maar we hebben het risico genomen en het gaat goed. Mensen zijn altijd verbaasd dat ons huis geen stort is. (lacht)

Tekst Pieter Lantsoght, Foto Janne Vanhemmens