Pendelaar Ans: “Ik wou dat ik kon vliegen. Om die vrijheid te voelen en even boven alles te staan.”

Elke week grijpt Metro een pendelaar bij de kraag voor een kort gesprek. Achter elke anonieme reiziger schuilt immers een verrassende persoonlijkheid. Deze week is het de beurt aan Ans Van Gasse, een 21-jarige student theater-, film- & literatuurwetenschappen. 
door
Janne
Leestijd 3 min.

ZICHT

Van de drie vakgebieden die ik bestudeer heb ik het meest met theater. Het is de enige van de drie waarin de anderen ook een plaats kunnen hebben. Theater gebruikt soms video en kan heel sterke literaire teksten bevatten. Een stuk dat visueel superinteressant is, een cross-over is met andere media, maar ook literair aanvoelt: dat is het toppunt voor mij. In een theatervoorstelling word je ook echt opgesloten. Er is geen afleiding, je weet niet wat er gaat gebeuren en je kan ontsnappen aan de buitenwereld.

GEHOOR

Ik ben iemand die zich moeilijk kan concentreren zonder muziek op de achtergrond. Mensen vragen zich soms af hoe ik zo kan werken, maar anders kan ik mij echt irriteren aan de banale geluiden van een kamer. Ik heb specifieke playlists voor tijdens het blokken. Dat is vooral instrumentale muziek, maar ook popmuziek. ‘What the Water Gave Me' van Florence + the Machine is zo'n nummer dat ik al zo vaak gehoord heb, dat ik het automatisch meezing, zonder het te beseffen en zonder dat het mijn concentratie wegneemt.

SMAAK/SPRAAK

Tot twee jaar geleden volgde ik elke week zangles, nu zing ik vooral voor mijn plezier. Ik speel ook nog gitaar en piano. Als ik ergens naartoe moet en merk dat ik nog tijd over heb, dan speel ik wat piano en zing. Ik probeer af en toe wel wat eigen nummers uit, maar meestal vergeet ik die ook snel. Ik heb er verder geen ambities mee. Als puber wel, dan schreef ik heel veel liedjes. Veel van die nummers hebben wel een mooie melodie, als ik ze nu herbekijk, maar de teksten zitten echt vol tienerangst.

REUK

Iemand zei me ooit dat geurherinneringen de sterkste herinneringen zijn die je kan hebben. Mijn moeder gebruikt al haar hele leven dezelfde handcrème en die geur associeer ik altijd meteen met haar. Als ik het bij iemand anders ruik, raak ik altijd een beetje van slag. Dat klopt niet in mijn hoofd! De moeder van een vriendin is onlangs gestorven. Zij heeft de laatste fles wasverzachter van haar mama bijgehouden om af en toe wat op haar kleren te doen. Mensen vonden dat raar, maar ik begrijp haar wel.

TAST

Onlangs sprak ik af met klasgenoten uit het middelbaar. Iemand begon een verhaal met “weet je nog die ene keer toen Ans viel?”, waarop zowat iedereen zei: “Welke keer?” (lacht) Dat was heel confronterend, maar het klopt wel: ik ben nogal lomp. Langs de andere kant trek ik er mij ook weinig van aan. Ik heb er nog nooit iets ernstig aan overgehouden, meestal sta ik meteen weer op, loop door en lach mezelf uit. Ik weet niet hoe het komt. Je zou natuurlijk ook kunnen zeggen dat ik wel tegen een stootje kan.

ZESDE ZINTUIG

Ik ben enorm gefascineerd door vliegen. Als kind droomde ik vaak exact dezelfde droom. Ik kwam aan op de speelplaats en mijn klasgenootjes vroegen hoe mijn weekend was geweest, waarop ik zei: “Oh my god, kijk, ik heb dit weekend leren vliegen!” Daarna leerde ik de hele school vliegen. Als ik wakker werd, was ik telkens heel teleurgesteld dat ik het maar gedroomd had en niet echt kon vliegen. Het idee spreekt me nog altijd aan: je snel kunnen voortbewegen, die vrijheid voelen en even boven de dingen staan.

Tekst Pieter Lantsoght, Foto Janne Vanhemmens