Pakjes leveren door burgers momenteel niet duurzaam

door
Belga
Leestijd 2 min.

Burgers die via digitale platformen zelf pakjes gaan bezorgen, rijden te veel kilometers. Daardoor is de aanpak vooralsnog niet duurzaam. Dat concludeert het logistieke-innovatieplatform VIL. Er wordt ook gewaarschuwd voor monopolievorming en misbruik. De overheid moet sturen, klinkt het. VIL heeft samen met de VUB en met elf bedrijven logistieke toepassingen in de deeleconomie onderzocht. Zo werd gekeken naar 'crowd logistics', waarbij particulieren zelf pakjes gaan rondbrengen. Er werd gekeken naar onder meer CO2-uitstoot en andere emissies, geluidsoverlast, ongevallen en de verkeersimpact.

"Verrassend genoeg scoort crowdlogistiek uit ecologisch oogpunt ondermaats: 32,50 procent van de leveringen die particulieren maken, gebeuren met een omweg van meer dan 15 minuten. De gemiddelde rit van een crowdkoerier moet per levering vijfmaal korter zijn om de maatschappelijke impact van een professionele logistieke dienstverlener te benaderen", klinkt het. "Behalve kortere ritten is ook een hoger aantal pakjes per rit een noodzakelijk verbeterpunt."

Volgens VIL moeten nieuwe economieën omarmd en gestimuleerd worden. Het platform wijst op het feit dat inwoners vanaf 2018 6.000 euro belastingvrij mogen verdienen. "Maar, waakzaamheid is geboden om misbruiken en oneerlijke concurrentie aan banden te leggen. Cruciaal bij de deeleconomie is een gecoördineerde aanpak van de digitale platformen", luidt het.

Als theoretisch voorbeeld wordt aangehaald dat particulieren met meerdere identiteiten zouden kunnen gaan werken, om zo boven de inkomensgrens te gaan. Er wordt ook voor gewaarschuwd dat de markt vrij snel naar een monopolie neigt van het snelst groeiende platform.

De deeleconomie kan worden verbeterd, door onder meer "intelligentie" in te bouwen in de platformen die de efficiëntie, de duurzaamheid en sociale aspecten verbeteren. Er wordt alvast gewezen op "een enorm potentieel" aan particulieren als koeriers, zoals werklozen, gepensioneerden en studenten.

bron: Belga