OM eist minstens 30 jaar voor Nacer Bendrer

door
Belga
Leestijd 2 min.

Advocaat-generaal Yves Moreau heeft een gevangenisstraf van "minstens 30 jaar" gevorderd tegen Nacer Bendrer, die net als Mehdi Nemmouche schuldig is verklaard aan de aanslag op het Joods Museum van België. "Veel verzachtende omstandigheden zijn er ook voor hem niet, maar het verschil in rol met Nemmouche moet zich wel weerspiegelen in de strafmaat. Bendrer heeft het bloed van de slachtoffers niet rechtstreeks aan zijn handen." Het openbaar ministerie vroeg ook zowel Bendrer als Nemmouche 15 jaar lang ter beschikking te stellen van de strafuitvoeringsrechtbank. "De feiten waarvoor Nacer Bendrer schuldig is verklaard, blijven extreem ernstig maar zijn rol is toch anders dan die van Nemmouche", zei advocaat-generaal Moreau. "Nemmouche is de aanstoker en de uitvoerder van de aanslag, Bendrer is degene die 'enkel' hulp heeft verleend. Dat verschil moet zich weerspiegelen in de strafmaat." Daarvoor moet de jury wel verzachtende omstandigheden vinden die van toepassing kunnen zijn op Bendrer.

"Veel zijn er niet", ging de magistraat verder. "Je kan niet zeggen dat hij een blanco strafblad heeft, hij is al veroordeeld voor diefstallen, geweld en wapengeweld. Hij heeft geen moeilijke jeugd gekend maar is opgegroeid in een liefdevolle familie. Hij heeft niet meegewerkt aan het onderzoek, hij heeft gelogen en blijft nog steeds liegen. Uit het psychiatrisch verslag blijkt ook dat hij een borderline-persoonlijkheid heeft en sociopathische trekken heeft, en dus gevaarlijk kan zijn voor de maatschappij."

De enige verzachtende omstandigheid is dat Bendrer het bloed van de slachtoffers niet rechtstreeks aan zijn handen heeft, aldus advocaat-generaal Moreau. "Maar zelfs met die omstandigheid moet de straf op dezelfde hoogte staan als het kwaad dat veroorzaakt is, en mag de straf dus niet lager liggen dan 30 jaar."

Het openbaar ministerie vroeg ook dat Mehdi Nemmouche en Nacer Bendrer voor 15 jaar ter beschikking gesteld zouden worden van de strafuitvoeringsrechtbank, zodat ze bij een eventuele voorwaardelijke invrijheidsstelling langer onder de controle van de strafuitvoeringsrechtbank zouden vallen.

bron: Belga