OLYMPISCHE SPELEN. «Wettelijk kader op komst voor belasting op prijzengeld»

Minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) werkt aan een wettelijk kader voor de belasting van prijzengeld dat landgenoten opstrijken door uitzonderlijke prestaties, zoals op de Olympische Spelen. Dat moet duidelijkheid scheppen over welke premies al dan niet worden belast.

door
Redactie Online
Leestijd 2 min.

«Minister Van Peteghem heeft begrip voor het feit dat uitzonderlijke prestaties van landgenoten een belangrijk uithangbord zijn voor ons land. Een belastingvrijstelling op premies of prijzengeld mag echter niet met willekeur beslist worden. Het zou bijzonder ongepast zijn dat de minister van Financiën met een duim omhoog of omlaag zou beslissen welke prestaties van sporters, auteurs, filmmakers of wetenschappers uitzonderlijk genoeg zijn voor een vrijstelling», aldus een mededeling van zijn kabinet.

Internationale akkoorden

Wanneer iemand prijzengeld wint in het buitenland, of er gewoon een inkomen verdient, is het van belang welke internationale akkoorden België met dat land heeft gesloten. België heeft belastingverdragen met een honderdtal landen. Naast fiscale achterpoortjes sluiten, moeten die voorkomen dat iemand tweemaal wordt belast op inkomsten, vermogen en winsten.

In het geval van de Olympische atleten, gaat het dus om het verdrag met Japan. Dat bepaalt dat een inkomen dat in Japan wordt verdiend, ook eerst door Japan mag worden belast. Japan kiest er echter voor om de winstpremies niet te belasten, waardoor ze inkomen dus automatisch onder het Belgisch belastingsysteem en het Wetboek van de Inkomstenbelastingen vallen.

Dat is de regel voor elke Belg die een inkomen verdient in Japan. «De minister wenst daarom ook te benadrukken dat de fiscus de winstpremies van onze Olympische atleten zeker en vast niet viseert met een aparte belasting, maar streeft naar een duurzame oplossing en geen eenmalige fix», besluit het kabinet-Financiën.