"Noem me gerust de man die over dieren schrijft"

De Canadees Yann Martel werd wereldbekend dankzij zijn magisch-realistische roman ‘Het leven van Pi'. Hij sleepte er onder meer de Booker Prize mee in de wacht en de verfilming van regisseur Ang Lee won maar liefst vier Oscars. In zijn nieuwste boek, ‘De hoge bergen van Portugal', verweeft hij de levens van drie mensen die op het eerste zicht niets met elkaar te maken hebben. Tijdens zijn internationale tour maakte hij ook een tussenstop in Passa Porta in Brussel.
door
Heleen
Leestijd 4 min.

Waarom speelt het verhaal zich af in Portugal?

Yann Martel: "Het is het eerste land waar ik alleen naartoe ben gereisd toen ik 20 was. Het was een heel intense ervaring, die me altijd is bijgebleven. Bovendien ben ik gefascineerd door de streek Trás-os-Montes. Dat betekent ‘over de bergen', maar er zijn helemaal geen bergen in het land, zoals twee personages in mijn boek aanhalen. Het zijn imaginaire bergen die je niet fysiek, maar in je gedachten en je hart moet beklimmen. Ik weet bovendien helemaal niet hoe het noordoosten van Portugal eruit ziet, ik heb het dan ook gemythologiseerd."

Je reist veel, haal je daar inspiratie uit?

"Absoluut. Ik ben geboren in Spanje, maar omdat mijn ouders diplomaten waren, heb ik als kind ook veel rondgetrokken. We leven op een grote, prachtige planeet, die je moet ontdekken. Je wordt gemakkelijk cynisch over de plaats waar je woont. Als je te dicht bij iets staat, kan je de schoonheid ervan niet altijd meer zien. Ik hou van Canada, maar toch schrijf ik nooit een verhaal dat zich uitsluitend in mijn thuisland afspeelt. Het onbekende blijft iets heel magisch."

Net als in je andere boeken, is religie een belangrijk thema in ‘De hoge bergen van Portugal'. Ben je zelf gelovig?

"Ik ben opgegroeid zonder religie. Kunst was onze religie. Als je de wereld en het leven wil begrijpen, lees je goede boeken, luister je naar goede muziek en laat je je inspireren door mooie schilderijen. Toen ik enkele maanden in India verbleef en er ‘Het leven van Pi' schreef, zag ik voor het eerst dat mensen religieus kunnen zijn zonder dat het negatief is. Ik haatte geloof omdat het seksistisch, antisemitisch, patriarchaal en ondemocratisch is. Mensen doen verschrikkelijke dingen in de naam van religie. In India zag ik dat het ook meer kon zijn. Ik ben dus niet religieus in de zin dat ik naar de kerk ga, maar ik geloof wel dat alles gebeurt voor een bepaalde reden. Als er iets slechts gebeurt, kan je ervan uit gaan dat het deel uitmaakt van een groter geheel, ook al begrijp je dat niet helemaal. Als je gelooft, zal je nog steeds moeilijke momenten hebben in je leven, maar het zal bepalen hoe je daarmee omgaat. Je zal gemakkelijker kunnen loslaten."

Het verhaal van elk personage begint met een verlies. Waarom is dat telkens het vertrekpunt?

"Lijden is het begin van kunst en religie. Mensen die gelukkig zijn, hebben geen god of kunst nodig. Ik heb het geluk nog nooit met een groot verlies geconfronteerd geweest te zijn. Door erover te schrijven probeer ik me daarop voor te bereiden. De vraag hoe je erop zou reageren, is heel interessant. Ik heb vier kinderen en zou er kapot van zijn moest er hen iets overkomen, maar ik denk dat ik het zou kunnen loslaten. Je kan er ook niets aan veranderen. Al hoop ik natuurlijk dat het mij bespaard blijft."

Elk personage gaat er op een heel andere manier mee om. Tomás bijt zich vast in het vinden van een verloren artefact, dokter Lozora verliest zich in zijn werk en fantasie en Peter laat alles en iedereen achter en gaat in een onbekend land wonen met een chimpansee. Hoe zou jij reageren?

"Ik hoop zoals Peter. Hoewel hij in een vreemd land woont, waar hij de taal niet spreekt, is hij toch thuisgekomen. De chimpansee Odo heeft zijn leven overgenomen. De aap is bovendien de verpersoonlijking van Jezus, hij leeft dus samen met de zoon van God."

Opnieuw is een dier een belangrijk personage, criticasters zouden zeggen dat je die succesformule tot in den treure gebruikt.

"Het is niet omdat er dieren in voorkomen, dat de boeken hetzelfde zijn, integendeel. Je zal bij ‘De hoge bergen van Portugal' niet dezelfde conclusie trekken of hetzelfde voelen als bij ‘Het leven van Pi'. Ik gebruik dieren omdat het wonderlijke wezens zijn, maar ook omdat ze ideaal zijn voor het magisch realisme. Mensen mogen me gerust de auteur die over dieren schrijft noemen. Het verhaal gaat telkens over iets anders en dat is wat telt."

Waarom zijn verhalen over de relatie tussen mensen en dieren zo populair?

"De liefde tussen een mens en dier is altijd onvoorwaardelijk. Mensen scheiden van hun partner, maar nooit van hun huisdier. Je man, vrouw of lief leer je te goed kennen, waardoor je ze beu geraakt. Bij dieren weten we nooit wat ze denken, en dat is verfrissend."

Je verwijst vaak naar ‘Het leven van Pi'. Ben je niet bang dat je altijd de auteur van dat boek gaat blijven?

"‘Het leven van Pi' was een onverwacht succes. Ik heb er elk moment van genoten, maar ga ervan uit dat ik het niet nog eens ga bereiken. Het was een goed boek dat het op het juiste moment is uitgekomen. Als het nu zou verschijnen of drie maanden eerder, dan zou het helemaal anders zijn geweest. Ik heb het nu losgelaten en ondertussen heb ik drie nieuwe boeken geschreven. Ik vind het niet erg om ‘de schrijver van Life of Pi' te zijn. Je bent beter een onehitwonder dan een nohitwonder. Hopelijk zullen fans van Pi ook mijn andere boeken leren kennen."

Heleen De Bisschop