Meer jongeren gebruiken niet-bindende oriëntatieproef Columbus om studiekeuze te maken

door
Belga
Leestijd 2 min.

Bij het maken van hun studiekeuze bij de overgang naar het hoger onderwijs maken Vlaamse jongeren steeds vaker gebruik van de niet-bindende oriëntatieproef Columbus. Dat blijkt uit gegevens van de expertengroep die Columbus begeleidt, maakt Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) zaterdag bekend. Crevits lanceerde het instrument om jongeren te helpen bij hun studiekeuze in het schooljaar 2015-2016, met een eerste kleinschalige proefafname. Hoewel Columbus niet verplicht is, steeg het aantal leerlingen dat Columbus gebruikt daarna elk jaar. "In het schooljaar 2016-2017 vulden meer dan 14.000 leerlingen Columbus in. In het schooljaar 2017-2018 waren dat meer dan 22.800 leerlingen. Op drie maanden van het einde van het huidige schooljaar (2018-2019) vulden al evenveel leerlingen Columbus in. Dat aantal loopt nog op want de proef kan tot eind juni worden ingevuld", staat in een mededeling van het kabinet van minister Crevits.

Uit een analyse van de resultaten blijkt dat meisjes hoger scoren op belangrijke leervaardigheden en -attitudes, maar meer faalangst hebben dan jongens. Jongens scoren hoger op een aantal cognitieve vaardigheden zoals wiskunde en redeneren.

Ook blijkt dat bijna 7 op de 10 leerlingen uit het aso in het hoger onderwijs voor een academische bachelor kiezen, en 3 op de 10 voor een professionele bachelor. Bijna 9 op de 10 leerlingen uit het tso die voor het hoger onderwijs kiezen, kiezen voor een professionele bachelor. In het beroepsonderwijs kiezen bijna alle leerlingen die verder studeren voor een professionele bachelor. In het kunstonderwijs kiest ongeveer de helft voor een academische opleiding en de andere helft voor de professionele bachelor.

Tegen volgend schooljaar wordt gewerkt aan een uitbreiding van het feedbacksysteem. Leerlingen zullen bijvoorbeeld hun scores kunnen vergelijken met succesvolle eerstejaarsstudenten in het hoger onderwijs.

bron: Belga