Marc van Ranst vs Willem Engel: rechtbank verklaart zich onbevoegd

De correctionele rechtbank van Mechelen heeft zich donderdag onbevoegd verklaard in het geding dat de Nederlander Willem Engel had aangespannen tegen viroloog Marc Van Ranst. De rechtbank meent dat het conflict een drukpersmisdrijf betreft, en daarvoor is in ons land het hof van assisen bevoegd.

door
Redactie Online
Leestijd 2 min.

De Nederlander had Van Ranst rechtstreeks gedagvaard wegens laster omdat hij hem op Twitter en in een kranteninterview een oplichter, virusontkenner en extremist had genoemd. Volgens Engel schaadt dit hem, stelt het hem bloot aan publieke verachting en is dit geen vorm meer van toegelaten vrije meningsuiting.

Het parket had de onontvankelijkheid van het strafdossier gevorderd omdat het volgens het openbaar ministerie een drukpersmisdrijf betreft waarvoor enkel een hof van assisen bevoegd is. De rechtbank volgde die stelling en verwees naar het feit dat de uitspraken van Van Ranst gebeurden in een krant en op Twitter.

Later herhaalde Van Ranst zijn woorden voor de televisiecamera’s, waarop de burgerlijke partij vroeg om de debatten te heropenen. «Hierdoor ondergraaft hij zijn eigen verdediging dat het louter om een drukpersmisdrijf gaat, want uitspraken in audiovisuele media zijn uiteraard niet gedrukt», klinkt het bij advocaat Michael Verstraeten. «Is het schrijven van een belediging die niet uw mening is een drukpersmisdrijf? Is het in de huidige context van televisie en diverse media nog verantwoord dat er een verschil is tussen de vervolging van uitspraken in geschreven en gesproken media? En waar ligt de grens van vrije meningsuiting, is het zomaar toegelaten om leugens te vertellen om iemand schade toe te brengen?»

Laster en schriftvervalsing

Engel stuurde inmiddels twee bijkomende rechtstreekse dagvaardingen naar Van Ranst. Een voor laster op televisie (het interview voor de televisiecamera’s, nvdr.) en een voor schriftvervalsing omdat Van Ranst in zijn stukkenbundel met bewijsmateriaal met balpen opmerkingen had toegevoegd die de tegenpartij op voorhand niet had kunnen inkijken. «Hij heeft op die manier achter onze rug de rechter uitgewerkte argumenten gegeven zodat wij daar geen kennis van zouden hebben», besluit Verstraeten. Maandag 13 september wordt een inleidingszitting gehouden om de procesdatum van de volgende dossiers vast te leggen en de borgstelling te bepalen.

Engel kan nog in beroep gaan tegen het vonnis over de onbevoegdheid van de rechtbank.