Einde van Schengen kost Europa 470 miljard euro

Het einde van de Schengenzone zou de landen van de Europese Unie op tien jaar tijd minstens 470 miljard euro kosten. Dat blijkt uit een studie van het instituut Prognos in opdracht van de Duitse Bertelsmann-stichting.
door
Heleen
Leestijd 1 min.

De Schengenzone, de zone waarin mensen vrij kunnen bewegen in Europa, staat sinds de migratiecrisis ter discussie. De Bertelsmann-stichting waarschuwt dat het opnieuw invoeren van grenscontroles in Europa zou leiden tot «grote stijging van de kosten en prijzen». Prognos onderzocht hoe lang de controle van paspoorten zou duren. De langere wachttijden zouden leiden tot hogere personeelskosten voor bedrijven. Ook zouden bedrijven grotere voorraden achter de hand moeten houden, omdat de kans op vertraagde leveringen zou toenemen. «Dat zal druk uitoefenen op de groei, die al zwak is. Uiteindelijk is het het volk dat de rekening zal betalen», stelt Aart de Geus, voorzitter van de Bertelsmann-stichting

«Optimistisch» scenario

In een «optimistisch» scenario zouden de productiekosten in de Europese Unie met 1% stijgen, wat neerkomt op 470 miljard euro over een periode van tien jaar. Voor Duitsland zou de factuur oplopen tot 77 miljard en voor Frankrijk 80 miljard euro. In een pessimistischer berekening gaan de onderzoekers uit van een prijsstijging van 3%. In dat geval zou de schade voor de EU oplopen tot 1,4 biljoen euro.

Ook landen buiten de Europese Unie zullen de gevolgen voelen dankzij hogere invoerprijzen. De studie spreekt van een kost van 91 miljard euro voor de Amerikaanse economie en 95 miljard voor de Chinese.