Een op de drie Vlaamse dierenartsen kampt met burn-out

Een op de drie actieve Vlaamse dierenartsen kampt gaat gebukt onder een effectieve burn-out. Dat blijkt uit een studie van professor Elke Van Hoof (VUB) bij 681 overwegend actieve dierenartsen. Het risico is significant hoger bij vrouwelijke dierenartsen en hun jongere collega's tussen 26 en 45 jaar. Belangrijkste oorzaak is het onevenwicht tussen werk en privéleven.
door
Xavier
Leestijd 2 min.

"Werken onder tijdsdruk, wachtdiensten en weekendwerk maken dat de dierenartsen weinig tijd en energie overhouden voor hun familie, vrienden en hobby's", stelt professor Van Hoof. De dierenartsen hebben lange werkdagen en kloppen gemiddeld zestig tot honderd uur per week. Gemiddeld verrichten ze tweemaal per week nachtwerk.

Tweede struikelblok is de financiële druk. "De Vlaamse dierenartsen worden onvoldoende vergoed voor de vele overuren en het nacht- en weekendwerk. Ook door noodzakelijke investeringen in hun praktijk met hoge kosten voor materiaal en door wanbetalers onder de klanten is de situatie financieel vaak onhoudbaar." In vijf jaar is de concurrentie met 15% toegenomen.

Zwaar en emotioneel werk

De weerslag op het privéleven en de financiële kopzorgen zijn de twee belangrijkste redenen waarom vooral jonge dierenartsen stoppen met een eigen praktijk. Voorts klagen de dierenartsen over de zware taakinhoud. De dierengeneeskunde evolueert pijlsnel en daardoor is doorlopend bijscholing nodig.

Tot slot weegt de emotionele belasting zwaar door. Het gaat niet alleen om emotionele beslissingen over de dieren zelf. Maar ook en steeds meer om hun emotionele en (te) mondige baasjes, die zich op elk moment van de dag en nacht als dokter Google opstellen.

Oplossingen

Volgens het onderzoek moet de toegang tot hulpverlening vergemakkelijkt worden. Ook zou een mentor tijdens de opleiding de moeilijke context kunnen helpen voorbereiden en kan de financiële druk verlicht worden door een betere regeling via de beroepsvereniging.